Binnen het onderwijs kiezen instellingen er ook in toenemende mate voor om ICT-oplossingen ‘naar de cloud’ te brengen. Welke kosten zijn hier aan verbonden?
Mike Chan vindt dat je bij het overwegen van een overstap moet kijken naar:
- De huidige kosten. Daarbij onderscheidt hij directe kosten zoals hardware, software, netwerkbandbreedte, opslag en database-capaciteit, maar ook operationele kosten zoals arbeidskosten voor server-onderhoud en kosten voor onderhoud van faciliteiten waar servers worden beheerd. Daarnaast heb je ook administratieve kosten, en resources van andere afdelingen -zoals P&O- nodig. Verder maken indirecte kosten deel uit van de huidige kosten. Bijvoorbeeld het verlies aan productiviteit bij storingen.
- De geschatte cloudkosten. Er zijn verschillende rekentools beschikbaar waarmee je op basis van verschillende indicatoren zoals opslagcapaciteit en gewenst geheugen de total cost of ownership kunt berekenen. Deze tools geven een globaal idee. Let wel: ze zijn afkomstig van cloud leveranciers.
- Kosten van de cloud migratie. Wat kost de verhuizing, inclusief een overgangssituatie? Is de software geschikt voor cloud computing, of moet je investeren in kosten om deze te integreren en te testen? Je zult mogelijk ook moeten investeren in consultancy.
- Post-migratiekosten. Welke kosten op het gebied van professionalisering, beheer, compliance, beveiliging, enzovoorts heb je nadat de migratie is doorgevoerd?
Mike Chan wijst ook terecht op tastbare en immateriële voordelen van cloud computing. Je kunt bijvoorbeeld sneller beschikken over nieuwe versies van de software. Ook ben je flexibeler als het aankomt om opschaling.
Chan -zelf werkzaam bij een cloud-aanbieder- biedt een mooi overzicht van kosten waar je mee te maken hebt. Het is wat mij betreft altijd de vraag of daadwerkelijk sprake is van kostenreductie. Als je bijvoorbeeld minder ICT-ers in dienst hebt, betekent dat nog niet dat je meteen ook een P&O-er kunt ontslaan. Chan lijkt er ook vanuit te gaan dat productiviteitsverlies bij cloud computing wordt gereduceerd. Ik weet niet of dat altijd het geval is. Daar komt bij dat het complex is om ‘productiviteitsverlies’ op het gebied van onderwijs te berekenen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Het is allesbehalve eenvoudig om de vergelijking te maken omdat er talloze complexe verschillen zijn, o.a. op het vlak van licensing.
Stel bijvoorbeeld dat je zelf een Exchange server hebt. Dan moet je 1 licentie (eenmalig) betalen per *gebruiker* (=mens) van je server. Als je gebruik maakt van pakweg Office 365, dan moet je echter (jaarlijks) betalen per *mailbox*. Plotseling moet je dus ook gaan betalen voor je mailadressen “info”, “marketing”, “sales”, “secretariaat”, “klas6b”, hoewel die alleen maar gelezen worden door mensen die al betalen voor hun Eigen mailbox…