Ongeveer een week geleden vond in London de Learning Technologies plaats: een grootschalige beurs en conferentie over ‘technology enhanced learning’ binnen arbeidsorganisaties. In deze bijdrage vat ik enkele indrukken samen.
De ‘Learning Technologies’ is één van de vele conferenties met beurs die ik nog nooit heb bezocht, maar wel zou willen bezoeken. Het tijdstip -eind januari- komt me slecht uit, ook omdat ik begin december altijd de Online Educa in Berlijn wil bezoeken (er is ook overlap wat betreft sprekers).
Gelukkig is over de LT17 ook het nodige geblogd. Joitske Hulsebosch heeft bijvoorbeeld geblogd over een sessie over social learning. Hier zijn onder meer tien principes geformuleerd, zoals:
- jij bent geen eigenaar van ‘social’, er is sprake van gespreid eigenaarschap;
- je moet je vooral verdiepen in hoe mensen werken, in plaats van hoe technologie werkt;
- zoek mensen buiten je organisatie op;
- stop met het gebruik van ‘buzz words’;
- verwacht en accepteer verrassingen (bijvoorbeeld als conversaties een andere richting uitgaan);
HR-managers hebben vaak een specifieke opvatting over wat leren is, en ‘social learning hoort daar niet altijd bij. Vooral als HR het niet heeft georganiseerd….
Joitske schrijft ook over het fenomeen dat problemen van de business lang niet altijd ‘trainingsproblemen’ zijn. Door mensen kennis en ervaringen te laten uitwisselen, waarbij technologie een faciliterende rol kan spelen, kunnen dergelijke problemen vaak wel worden aangepakt.
Bijdrage twee is vanWill Thalheimer. Ter voorbereiding op zijn presentatie tijdens de LT17 heeft Will vijf theoretische verklaringen voor het Spacing Effect samengevat.
The spacing effect is the finding that repetitions that are spaced over time produce better long-term remembering than the exact same repetitions spaced over a shorter amount of time or massed all together.
Herhaalde oefeningen over een langere periode zouden er bijvoorbeeld toe leiden dat lerenden zich meer moeten inspannen. Volgens Thalheimer zouden we het spacing effect meer moeten benutten in onze ‘learning designs’.
Mirjam Neelen heeft in bijdrage drie een meer algemene reflectie geschreven. Zij stelt dat de kloof tussen meer visionaire bijdragen en bijdragen over de praktijk van organisaties opvallend is (ik heb dat ooit de kloof tussen praat en praktijk genoemd). Mirjam benadrukt ook dat L&D nog steeds op grote schaal ermee worstelt om noodzakelijke veranderingen binnen arbeidsorganisaties te bevorderen.
It’s not “just” the need for L&D to work closer with the business, it’s also the need for supporting employees in increasing their performance through “pull” instead of “push” models.
Daarbij geeft zij ook aan dat veel vormen van werkplek leren een groot beroep doen op het zelfsturend vermogen van lerenden. Eén van deze vormen is ‘working out loud’, die zij ook toelicht in haar blogpost.
Neelen gaat ook in op het pleidooi dat we informatie niet meer hoeven te weten, omdat we deze toch kunnen opzoeken. Samen met Paul Kirschner heeft Mirjam regelmatig over deze misvatting geschreven.
To put it very simply, if you don’t have sufficient knowledge and vocabulary to follow news or any type of information, then you’ll fail to interpret this information correctly.
Kritisch kunnen denken en problemen kunnen oplossen zonder fatsoenlijke domeinkennis is onmogelijk. Tegelijkertijd maakt dit samenwerking ook noodzakelijk bij het oplossen van complexe problemen. Je hebt elkaars expertise en perspectief nodig, onderstreept zij.
Neelen stelt eveneens dat het noodzakelijk is dat werknemers bewust moeten worden gemaakt van wat effectief leren is, zodat zij ondersteund kunnen worden in het ‘managen’ van hun eigen leren. Thalheimer’s bijdrage over ‘spacing’ maakt daar deel van uit, en zou daarom meer binnen werkplek leren moeten worden toegepast, meent Mirjam.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie