Begeleiden met behulp van ICT binnen CGO

Er wordt wel eens gesteld dat leerlingen bij competentiegericht onderwijs aan hun lot worden overgelaten. Niets is minder waar, als tenminste sprake is van kwalitatief goed competentiegericht onderwijs. Wel is sprake van minder klassikale instructie, in vergelijking met het vakgerichte eindtermenonderwijs. Daarentegen zal er meer gebruik worden gemaakt van individuele en groepsgewijze begeleiding van leerlingen:

  1. Trajectbegeleiding of loopbaanbegeleiding. De leerling wordt begeleid bij het maken van keuzes die te maken hebben met zijn leertraject, zoals de invulling van de vrije keuzeruimte, of het kiezen van een vervolgopleiding. De trajectbegeleider ondersteunt de leerling ook als er problemen zijn rond het leertraject.
  2. De leerbegeleider. Deze rol zit het dichtste tegen de oorspronkelijke docent aan. De leerbegeleider doet voor, beantwoordt vragen over leerinhouden, biedt extra leerstof aan, geeft feedback, zet leerlingen op een nieuw spoor, enzovoorts.
  3. Begeleiding bij de beroepspraktijkvorming. De leerling krijgt begeleiding vanuit het leerbedrijf, maar ook vanuit de opleiding.
  4. Tweede- en derdelijnsbegeleiding, bijvoorbeeld als het gaat om autistische leerlingen. Met name de laatste vorm van begeleiding wordt vaak verzorgd door hulpverleners, en niet door de school.

Er zijn verschillende redenen om ICT in te zetten voor deze begeleiding:

  • Als het complex of lastig is om elkaar in levende lijve te ontmoeten. Bijvoorbeeld bij blokstages. Als leerlingen net op stage zijn, kan het handig zijn elkaar eerder te ontmoeten dan de geplande ’terugkomdag’. Ook komt het steeds vaker voor dat leerlingen in het buitenland stage lopen.
  • Een leerling heeft een prangende vraag, maar de begeleider is op dat moment niet fysiek bereikbaar.
  • Leerlingen vinden het veiliger als de begeleider ‘op afstand’ staat om knelpunten te bespreken. Dit blijkt in de praktijk regelmatig voor te komen. Persoonlijk contact kan namelijk ook belemmerend werken. Anonimiteit kan de drempel om vragen te stellen ook verlagen. Non-verbale uitingen kunnen ook afleidend werken.
  • Online begeleiden is effectief, al zal hier nog meer (en grootschaliger) onderzoek naar gedaan moeten worden.
  • Als leerlingen moeite hebben om zich mondeling uit te drukken, kan gebruik worden gemaakt van a synchroon online begeleiden.
  • Als je wilt voorkomen dat sommige leerlingen groepsgesprekken domineren, kun je ook a synchroon online begeleiden. Daardoor kunnen meer leerlingen bij begeleidingsgesprekken betrokken worden. Dit vraagt wel wat van hun schriftelijke communicatieve vaardigheden.
  • Dankzij a synchroon online begeleiden zijn leerlingen in staat om hun gedachten en gevoelens te herstructuren, waardoor zij tot nieuwe inzichten komen. Zij hebben meer tijd voor reflectie. Ook dit vraagt wel wat van de schriftelijke communicatieve vaardigheden van leerlingen.
  • Je wilt de looptijd van begeleidingsgesprekken verkorten. Online begeleiden is vaak tijdsbesparend omdat je sneller to the point komt.
  • Je sluit aan bij de leefwereld van jongeren.

Nadelen zijn er ook. Naast het beroep op schriftelijke, communicatieve, vaardigheden, kost online coachen de begeleider vaak meer tijd als je daar niet zorgvuldig voor waakt. Bovendien moet je veel aandacht besteden aan de verwachtingen (bijvoorbeeld ten aanzien van responsesnelheid). En er zijn altijd leerlingen die deze vorm van beleiden te onpersoonlijk vinden. Dat kan bijvoorbeeld ook voor leerbedrijven gelden, die de verwachting hebben dat de begeleider van school op bezoek komt (wat op zich terecht is aangezien je niet snel online een goede indruk krijgt van de stageplek).

Kijk dus naar je doel, doelgroep en setting als je kiest voor bepaalde manieren van online coachen.

Technologie

Je kunt verschillende vormen van ICT inzetten voor online coachen:

  • E-mail. Dit kan goed werken bij individuele begeleiding. Bij begeleiding van groepen werkt het al snel onoverzichtelijk. Daarnaast beschouwen veel leerlingen e-mail als een medium uit de vorige eeuw.
  • Weblogs. Je kunt leerlingen vragen via een blog verslag te doen van hun stageervaringen. De begeleider (en ook andere leerlingen) kunnen vervolgens feedback geven op deze ervaringen. Ook kunnen de blogposts input vormen voor begeleidingsgesprekken.
  • Chat. Als enige afstand wenselijk is, maar als ook onmiddellijke feedback belangrijk is, dan is chat een goede mogelijkheid (een-op-een of in kleine groepjes). In het verleden werd chat vanuit onderwijsinstellingen nogal eens technisch onmogelijk gemaakt. Inmiddels is dat minder het geval. Bovendien bevatten elektronische leeromgevingen dikwijls ook chatmogelijkheden zodat je niet gebruik hoeft te maken van het ‘afleidende’ -maar bij veel jongeren populaire- MSN.
  • Voice-over-IP. Diverse internetapplicaties maken het mogelijk om individueel of in groepjes gesprekken te voeren. Het voordeel boven telefoon zijn de kosten en het eenvoudiger kunnen voeren van groepsgesprekken.
  • Applicaties waarbij je elkaar kunt zien en horen. Daarbij gaat het om zogenaamde virtual classroom tools (zoals Elluminate of DimDim) of om toepassingen zoals Skype. Dankzij de toegenomen bandbreedte (en de integratie van dergelijke functionaliteiten binnen elektronische leeromgevingen) zijn deze toepassingen beter toegankelijk geworden voor het onderwijs.
  • Elektronisch portfolio. Hier kom ik separaat op terug.

Zoals gezegd bepalen doel, doelgroep en setting (o.a. waar kan ik over beschikken) de manier waarop je online begeleidt, en ook de technologie die je wilt inzetten. In de praktijk zal het er op neer komen dat meerdere applicaties worden toegepast.

Uiteraard vraagt online begeleiden wel een en ander van begeleiders en leerlingen. Het kunnen omgaan met technologie, en het kunnen oplossen van veel voorkomende technische probleempjes, is maar één aspect van. Begeleiders zullen er bijvoorbeeld voor moeten waken dat zij heel veel tijd kwijt zijn met het ‘op afstand’ begeleiden, en moeten nadenken hoe zij emoties over kunnen brengen (als dat van belang is). Inmiddels is daar al veel over bekend, en over gepubliceerd.

Meer informatie?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *