Fases van het gebruik van ICT in het onderwijs: verschillende modellen

Als je aan de slag gaat met het integreren van leertechnologie binnen onderwijs en opleidingen, dan kun je daar vanuit verschillende raamwerken naar kijken. Larry Cuban heeft een nuttige bijdrage geschreven waarin hij drie van die kaders samenvat. In deze bijdrage geef ik hier een aanvulling op.

SAMR-modelLarry Cuban stelt dat de integratie van ICT in het onderwijs vooral een proces is, en geen resultaat. Integratie van ICT in het onderwijs zegt ook niets over de kwaliteit ervan.

Veel auteurs over implementaties noemen volgens Cuban ook zelden dat een dergelijk proces waarbij fases steeds complexer worden, eigenlijk een proces is van het vertalen van een nieuw idee in acties. Daarbij wordt er vaak van uitgegaan dat de laatste fase, ook de meest nastrevenswaardige fase is.

Volgens Larry Cuban zijn de meeste raamwerken voor de implementatie gebaseerd op of variaties van twee modellen.

  1. Het Apple Classroom of Tommorow model (ACOT-model).
    Dit model onderscheidt vijf fases (entry, adoption, adaptation, appropriation, invention). In het begin gaat het om het basale gebruik van ICT. Men loopt in die fase ook tegen technische issues aan, of tegen ‘disciplinaire’ problemen binnen de klas bij het gebruik van ICT. Tijdens de adoptiefase zijn die problemen achter de rug, maar wordt ICT nog steeds traditioneel gebruikt.
    Tijdens de adaptationfase wordt nieuwe technologie daadwerkelijk geïntegreerd binnen traditionele onderwijspraktijken (bijvoorbeeld om de voortgang van het leren te monitoren of om lerenden te toetsen).
    In fase vier gebruiken docenten ICT ook op een meer vernieuwende manier, terwijl tijdens de fase van ‘invention’ docenten zoeken naar manieren om ICT voor heel nieuwe manieren van leren in te zetten (zoals gepersonaliseerd leren). Daarbij is vaak ook sprake van een nieuwe relatie tussen lerenden en docenten. De meeste docenten bereiken dit stadium volgens onderzoek nooit.
  2. Het SAMR-model
    Dit model is al diverse keren in mijn blogposts aan de orde geweest (hier, hier, hier en hier bijvoorbeeld). Het gaat uit van vier fases (substitutie, versterking, vernieuwing en transformatie), waarbij ICT steeds ingrijpender en innovatiever wordt ongezet. Volgens Cuban gaat de bedenker van SAMR -Ruben Puentedura- er daarbij van uit dat de betrokkenheid van lerenden toeneemt, naarmate je een hogere fase gebruikt:

    The SAMR model assumes that high student engagement leads to gains in student academic achievement. Thus, the SAMR model implicitly promises improved student achievement.

    Larry Cuban stelt dat SAMR ook bekritiseerd is, maar nog steeds populair. Ik meen dat je dit model op z’n merites moet beoordelen.

Larry Cuban stelt dat nog een ander model gebruikt kan worden bij de integratie van ICT in het onderwijs: het TPACK-raamwerk waar ik ook vaak aandacht aan heb besteed. Dit model gaat niet uit van fases, maar van de wisselwerking tussen leerinhouden, didactiek en leertechnologie.

Cuban sluit deze blogpost af met de opmerking dat het jammer is dat deze modellen suggereren dat je altijd er naar moet streven om de laatste fase te bereiken, omdat ook zou leren tot betere leerresultaten. In een tweede blogpost beargumenteert hij waarom dat ‘jammer’ is:

What many smart people ignore or forget is that describing exemplars of technology integration is not synonymous with student-centered teaching. And student-centered teaching is not the same as “success” in student learning.

Larry Cuban stelt terecht dat er weinig onderzoek is gedaan naar de effecten van het gebruik van ICT op onderwijsveranderingen en op de effectiviteit van het onderwijs.

Ik deel zijn mening, en probeer het SAMR-model daarom ook te gebruiken zonder een waardeoordeel te hechten aan de fases. Wat mij betreft zou je wel verder moeten gaan dan substitutie, al zou het menigeen ook al wat waard zijn als ICT zou bijdragen aan bijvoorbeeld efficiëntere administratieve processen.

Maar verder is het heel sterk afhankelijk van je opvatting over hoe onderwijs en leren plaats moeten vinden. Dergelijke opvattingen hebben lang niet altijd te maken met de effectiviteit, efficiëntie of aantrekkelijkheid van het onderwijs. Maar eerder met een interpretatie van de betekenis van het onderwijs.

Larry Cuban had zijn blogpost nog kunnen aanvullen met zogenaamde ‘maturity modellen’. Daarin worden niveaus van volwassenheid van het gebruik van technologie beschreven. Diverse aspecten zoals ICT of strategie en beleidsvorming worden dan aan de hand van niveaus getypeerd. Ook deze modellen impliceren een eindniveau waarna gestreefd dient te worden. Er zijn bijvoorbeeld maturity-modellen voor software-ontwikkeling en voor organisatiestrategie.

KPMG Consulting heeft rond 2000 ook zo’n model gemaakt voor de invoering van ICT in het onderwijs (‘variantenmodel’). Ik kan me herinneren dat dit model niet gebaseerd was op onderzoek, maar vooral op intuïtie. Meer dan 10 jaar geleden heb ik dit model ooit gebruikt om het gebruik van ePortfolio’s in kaart te brengen (PDF). Ook zijn er ooit e-learning maturitymodellen gemaakt.

Tenslotte heb ik zelf een model voor de implementatie van ICT in het onderwijs gemaakt. Dit model heeft geen ‘levels’, maar beschrijft wel waar je aandacht aan moet besteden bij de invoering van technology enhanced learning. Verder gaat dit model uit van een stapsgewijze aanpak, waarbij je veel leert van ervaringen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *