Paul Kirschner heeft vanochtend een zeer informatieve blogpost geschreven waarin hij ingaat op ‘deliberate practice’, oftewel doelbewust oefenen. Ik vraag me hierbij af welke rol ICT hierbij kan spelen?
Paul stelt dat het begrip ‘deliberate practice’ dikwijls verkeerd wordt begrepen en toegepast. Het gaat namelijk om meer dan herhalen of gewoon oefenen.
Deliberate practice is een manier van oefenen die zeer doelbewust is en waarbij de nadruk ligt op wat je nog net niet beheerst.
Volgens Paul speelt een leerkracht of coach een belangrijke rol in het naar een hoger vaardigheidsniveau brengen van lerenden. De leerkracht biedt onder meer effectieve oefentechnieken aan, geeft effectieve feedback en haalt lerenden uit hun ‘comfortzone’. De leerkracht ondersteunt de lerende ook in het ‘eruit halen’ van fouten.
Paul maakt ook duidelijk dat je moet weten wat je wilt bereiken. Verder is het belangrijk dat leertaken en opdrachten weldoordacht zijn ontworpen, en aansluiten op het niveau van de lerenden en op de zone van naaste ontwikkeling. Verder is motivatie erg belangrijk omdat je dit anders niet volhoudt.
Paul Kirschner gaat niet in op de vraag welke rol ICT kan vervullen bij ‘deliberate practice’. Ik heb het dan niet over het gebruik van ICT voor ‘synchroon communiceren’. Ik denk daarbij ook niet aan bepaalde (psycho)motorische vaardigheden (al biedt ICT daar ook steeds meer mogelijkheden voor).
Ik vraag me dus vooral af of de belangrijke rol van de docent geheel of gedeeltelijk kan worden ‘geautomatiseerd’.
‘Adaptieve leertechnologie’ suggereert dat dit mogelijk is. Ik vermoed echter dat het hierbij vooral gaat om ‘gewoon oefenen’. Volgens mij is het bijzonder complex om oefeningen en opdrachten te bedenken die aansluiten op het niveau van de lerenden en op de zone van naaste ontwikkeling. Hetzelfde geldt voor het toepassen van verschillende oefentechnieken.
Een docent die een lerende goed kent, kan daar volgens mij beter op inspelen. Door learning analytics effectief toe te passen zou je wel beter in staat moeten zijn om aan te sluiten op het individuele niveau van de lerende. Maar of dat al echt gebeurt, is nog maar de vraag.
Voor het geven van feedback kan ICT m.i. wel prima worden ingezet. In een massive open online course die ik laatst heb gevolgd, stelde hoogleraar Diana Laurillard dat lerenden gesproken feedback beter bestuderen dan geschreven feedback (die zij eerder scannen in plaats van bestuderen). Dit kun je prima ‘automatiseren’ (feedback presenteren nadat een lerende een oefening heeft gemaakt). Deze feedback is echter niet heel persoonlijk, maar gericht op veel gemaakte fouten. Ook betreft het vaak een ‘expert antwoord’, in plaats van feedback.
Peer feedback kan uiteraard ook worden toegepast. Waarbij de ‘gever van feedback’ waarschijnlijk het meeste leert. Volgens mij is het bevorderen dat lerenden serieus omgaan met het geven en verwerken van feedback dan vermoedelijk de meest belangrijke uitdaging.
Als het gaat om motivatie, kan gamification een rol spelen bij doelbewust oefenen. Daarbij is echter ook de vraag of ‘levels’ en ‘badges’ vooral op langere termijn motiverend werken. Online tutoring -bijvoorbeeld met behulp van artificiële intelligentie– kan een rol spelen bij het aanmoedigen en het uit de comfort zone halen van lerenden. Daarbij is het wel zaak dat deze robot authentiek over komt. Of dit al wordt toegepast, is ook maar de vraag. Binnen goede simulaties is dat wel het geval, al zijn deze volgens mij vooral gericht op routines en procedures. Daar is niets mis mee. Het gaat dan echter niet om ‘deliberate practice’.
ICT kan volgens mij dus zeker een rol spelen bij het vormgeven van
‘deliberate practice’. Het is echter de vraag of dit in de praktijk al veel wordt toegepast, of vooral nog in ontwikkeling is.
Tegelijkertijd moeten we ons volgens mij ook afvragen hoeveel docenten ‘deliberate practice’ al effectief toepassen, of vooral de nadruk leggen op gewoon oefenen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie