Hi Wilfred. Excellent work!

door Wilfred Rubens (werkzaam bij het Projectmanagement BVEnet)

Op cursus in Amerika zonder een stap te verzetten

Voor een cursus op afstand is een cursist niet langer aangewezen op de traditionele aanbieders als particuliere opleidingsinstituten. Via Internet worden ook tal van cursussen aangeboden. De LOI is daar reeds mee begonnen. De cursist heeft het voordeel dat hij kan kiezen uit cursussen die vanuit de hele wereld worden aangeboden. De auteur wilde wel eens meemaken hoe zo'n cursus via Internet in zijn werk gaat en koos voor de Amerikaanse basiscursus 'Using the Internet'. Wat heeft hij ervan opgestoken?

Via de homepages van twee Amerikaanse community colleges stuurde ik een e-mailbericht naar de cursusadministratie. Beide colleges verzorgen cursussen via Internet en maken daar op hun site reclame voor. Op mijn verzoek voor meer informatie reageerde slechts één college: het Foothill College (http://wwwfh.fhda.edu/foothill/), en dat pas na drie weken. Daarna ging het snel. Na nog twee keer heen en weer te hebben gemaild, was de inschrijving binnen een week gerealiseerd: op 11 januari '97 startte ik met "Using the Internet", een basiscursus van vijftig dollar.
Mijn docente, Roxanne Mendrinos, mailde me de spelregels van de cursus ('Stuur me alsjeblieft alleen definitieve versies van het huiswerk en vermeld het nummer van de oefening erbij.'), het programma plus leerdoelen en de e-mailadressen van zo'n veertig klasgenoten met exotische namen als Milagros Alvarenga en Yelenia Osokina. De Verenigde Staten is een smeltkroes van culturen en nationaliteiten, zo bleek maar weer eens. Een verschillend gezelschap, ook wat betreft kennis, ervaring en leerwensen.

Abacadabra

Vanaf de start van de cursus ontving ik wekelijks een leestekst plus een huiswerkopdracht. Daarnaast werd gebruik gemaakt van de derde druk van het boek "Internet voor Dummies". Ook stuurde de docente, via elektronische post, haar feedback op mijn huiswerk. En als een klasgenoot een waardevolle bijdrage leverde, stuurde Mendrinos deze door naar de hele klas. In meer dan twee maanden tijd verzamelde en verzond ik ongeveer honderdveertig berichten.

"Using the Internet" bleek inderdaad een echte basiscursus te zijn. Onderdelen waren: basisbeginselen van elektronische post (e-mail), het gebruik van listservers en etiquetteregels voor e-mail, 'Kinderen en het Web', surfen op het World Wide Web, het gebruik van zoekmachines, Telnet, Gopher, een online bibliotheek bezoeken via Telnet en het World Wide Web, het gebruik van nieuwsgroepen, File Transfer Protocol, Internetproviders en een introductie in het maken van Web-pagina's. Voor lezers met geen of weinig Internet-ervaring klinken deze begrippen wellicht als abacadabra. Gewoon negeren.
Ter illustratie wil ik twee onderdelen wat uitvoeriger beschrijven (zonder technisch te worden): listservers en nieuwsgroepen.

Discussiegroepen

Een listserv is een elektronische discussiegroep. Als je geabonneerd bent op zo'n discussiegroep kun je berichten versturen naar en ontvangen van alle deelnemers aan die groep (via e-mail). Je stuurt dan een bericht naar één centraal adres en een computerprogramma verspreidt het. Er bestaat een groot aantal gratis elektronische discussiegroepen over verschillende onderwerpen. Bij veel groepen kun je een bericht sturen naar alle deelnemers, zonder dat een redacteur zich daarmee bemoeit. Andere discussiegroepen zijn gemodereerd. Dat wil zeggen: een redacteur bewerkt een bericht en beslist over plaatsing. BVEnet Nieuws is een voorbeeld van een gemodereerde lijst. Projectmanagement BVEnet informeert hiermee abonnees elke twee weken over ontwikkelingen op of rond BVEnet.
In les drie van de cursus kregen we informatie over de werking van listservers en over de gedragscode die hierbij in acht genomen moet worden. Vervolgens moesten we ons aanmelden bij een listserv uit het cursusboek en verslag doen van onze ervaringen. Ik heb bijvoorbeeld geschreven over het verschil tussen gemodereerde en niet-gemodereerde lijsten.

Nieuwsgroepen

Naast e-mail en het World Wide Web, is het fenomeen 'Nieuwsgroepen' waarschijnlijk de meest populaire applicatie van Internet. Voor ik aan de cursus begon, had ik me nog nooit verdiept in nieuwsgroepen: een soort elektronisch prikbord rond een bepaald onderwerp waar je berichten op kunt plaatsen en af kunt halen. De opdracht was: meld je aan bij een nieuwsgroep, zoek via Yahoo - een populaire index op Internet - naar nieuwsgroepen en selecteer er een.
Om informatie van nieuwsgroepen te kunnen lezen, heb je een apart programmaatje nodig (gratis op Internet te krijgen). Vervolgens vraag je nieuwsgroepen op. Via Planet Internet kon ik me bijvoorbeeld abonneren op meer dan 17.000 nieuwsgroepen. Deze nieuwsgroepen gaan over zeer verschillende onderwerpen (hetgeen blijkt uit namen als alt.actor.dustin-hoffman, alt.sex.fetish.wet-and-messy, comp.groupware.lotus-notes, nl.sport.voetbal en soc.culture.belgium).

In de praktijk produceert de ene nieuwsgroep veel berichten (zo'n 700 per dag) en de ander slechts enkele. Op basis van de titels selecteer je de berichten die je wilt lezen. Ik heb me geabonneerd op nieuwsgroepen als alt.education.distance en misc.education.adult. Soms haal je hier relevante informatie uit, maar vaak ook niet. Een verschil met e-mail is dat berichten niet voor jou persoonlijk zijn bedoeld. Je hoeft dus niet dagelijks berichten uit nieuwsgroepen op te halen, hetgeen bij e-mail wel wenselijk is, wil de communicatie via dit medium goed verlopen.

Naast huiswerkopdrachten, moesten we ook een paper schrijven en een 'open boek' proefwerk maken. Beiden op te sturen via e-mail. Het paper moest gaan over een aspect van Internet. Onderwerpen van papers waren onder meer 'Internet en privacy' en 'Solliciteren via Internet'. Mijn paper had de titel "Using the Internet in adult and vocational education". De cursus werd niet afgesloten met een certificaat, maar met een mailtje: "Hi Wilfred. Excellent work! You recieve an A for the final and an A for the class. I enjoyed having you in class".

Frontaal klassikaal

Voor ik aan deze elementaire cursus begon, had ik al de nodige ervaring met Internet. Het volgen van zo'n online cursus was desalniettemin een boeiende een leerzame ervaring.
De leerstof was op zich interessant, maar ook eenvoudig en deels verouderd, met name het boek. Dat is sowieso een bekend fenomeen. Ontwikkelingen op het terrein van Internet gaan zo snel, dat boeken verouderd zijn als de inkt nog niet droog is. Positief was verder de reikwijdte van de introductiecursus. Daardoor heb ik kennisgemaakt met enkele toepassingen van Internet, waarin ik me voorheen nooit verdiept had. Voorts zat de opbouw van het programma ook logisch in elkaar: beginnen met een algemene kennismaking, daarna de eerste beginselen van e-mail en eindigend met een basiscursus 'Web-pagina's maken'.
Ik vond het opvallend dat deze cursus voor een deel 'frontaal-klassikaal' gegeven wordt, terwijl de elektronische snelweg -vanwege het interactieve karakter - juist als medium wordt gezien om minder 'frontaal' les te geven. Immers: een docent die informatie verstrekt aan studenten via elektronische post of mondeling in de klas, het principe blijft gelijk.

Een groot deel van het afsluitende proefwerk stond in het teken van het reproduceren van feitenkennis. Echter, er was nadrukkelijk ruimte voor een eigen invulling op basis van persoonlijke interesses. De heterogene groep deelnemers kon daardoor prima 'bediend' worden. Huiswerkopdrachten en het werkstuk bestonden in veel gevallen uit zoekopdrachten, ervaringen meedelen en het beargumenteren van eigen opvattingen.
Het viel me tenslotte op dat in de cursus zelf beperkt gebruik is gemaakt van de mogelijkheden die Internet biedt. Contacten met de docente verliepen alleen via e-mail. Het verbaasde me ook dat het proefwerk een 'open boek'-proefwerk was, terwijl antwoorden op vragen als 'Wat is Gopher? Beschrijf het', prima gevonden kunnen worden op het Net.
Zelf heb ik met het werkstuk willen aangeven hoe het anders kan. Op Internet kun je eenvoudig en snel publicaties op basis van verkregen commentaar aanpassen. Bij een gedrukte tekst, bijvoorbeeld een artikel, gaat dat niet of kost dat veel tijd en geld. Ik heb mijn werkstuk daarom op het World Wide Web geplaatst: http://www.bvenet.nl/menu/??/overbvenet/bvenetkantoor/usintern.htm (vul bij gebruikersnaam en wachtwoord het woord gast in). De eerste versie is inmiddels op basis van verschillende reacties bijgesteld.
Overigens wil Mendrinos in het najaar een virtueel klaslokaal vormgeven met een online prikbord, Power Point demonstraties online, korte presentaties van studenten en dergelijke.

Noot: Van de ervaringen met deze cursus is een artikel in BVEnet indruk (nummer 8, mei 1997) verschenen dat ingaat op andere aspecten.