Trends
in e-learning In
juli 2000 schetste ik met mijn collega Daan Assen enkele belangrijke
trends op het gebied van e-learning. Deze trends zullen absoluut
doorzetten. Maar aangezien we nu meer dan een half jaar verder zijn, is
het hoog tijd voor een update. Er zijn nogal wat nieuwe ontwikkelingen
gaande. Opmerking
vooraf: Achtereenvolgens
ga ik in op: 1.
De opkomst van learning service providers 1.
De opkomst van learning service providers. Learning
Service Providers zijn ondernemingen die de volgende totaaloplossing op
het gebied van e-learning kunnen bieden:
Begin
november 2000 voorspelde marktonderzoeker IDC een groei van het aantal
aanbieders van integrale e-learningoplossingen. Deze groei ontstaat
zowel door acquisities als door strategische partnerships. Steeds
meer ondernemingen ontwikkelen een eigen virtuele bedrijfsacademie, zo
stelden we enkele maanden geleden. Veelal koopt met een kant en klaar
leerportaal (bijvoorbeeld bij Click2learn of Knowledge Planet), met
daarin standaard content (denk aan Microsoft Office-cursussen).
Vervolgens worden bedrijfsspecifieke online trainingen ontwikkeld. Een
beveiligde integratie van cursistgegevens met personeelsgegevens binnen
het HRM-systeem is hierbij een belangrijk issue. Dat geldt ook voor het
hosten van de corporate academy. De onderneming hoeft dan alleen zorg te
dragen voor toegang tot Internet. Het technisch en inhoudelijk beheer
zijn uitbesteed. Naast
corporate academies kunnen ook leerportalen voor complete branches
worden ontwikkeld. In Nederland worden momenteel drie branchespecifieke
leerportalen ontwikkeld. Via deze leerportalen kunnen ICT-toepassers en
ICT-specialisten binnen de financiële dienstverlening, de ICT-branche
en de Telecom-sector hun ICT-competenties op peil brengen en houden. Zie http://www.acadoo.nl
Het
verwerven van sociale kennis en vaardigheden via e-learning is een
ingewikkelde klus. Voor ontwikkelaars van content een behoorlijke
uitdaging. Onmogelijk is het niet. Met name kennisaspecten van kunnen
via e-learning worden geleerd. Ook kunnen videofragmenten of diashows
binnen online content worden geïntegreerd, die goed of fout gedrag
illustreren (bijvoorbeeld over hoe je als werknemer een probleem bij je
baas bespreekbaar maakt). Uiteindelijk zal een student het gedrag veilig
in een realistische situatie moeten kunnen oefenen, waarbij hij feedback
krijgt van een coach en eventueel ook medestudenten. Bij “blended learning” onderscheiden we drie verschijningsvormen. Figuur
1: Voorbeeld
threaded discussion Bij
synchrone communicatie communiceer je op hetzelfde moment met docenten
en medestudenten. Denk daarbij aan chatsessies over een bepaald
onderwerp, maar ook aan hoorcolleges door een docent die via video of
audio te volgen zijn. Studenten kunnen dan veelal ook aangeven een vraag
te willen stellen (via een chatoptie). Ze steken dan hun virtuele hand
op (de “handraising”-optie). Al
geruime tijd wordt in de wereld van e-learning door een aantal
organisaties samengewerkt aan het ontwikkelen van industrie-standaards.
Deze standaarden zijn er op gericht om leerobjecten (brokken leerstof)
naadloos binnen verschillende elektronische leeromgevingen te kunnen
gebruiken. Ook bewerkstelligen standaards dat de leerhistorie van
studenten bijgehouden kan worden. De voortgang van de student wordt
bijgehouden ook al volgt hij online cursussen van verschillende
contentleveranciers, binnen verschillende elektronische leeromgevingen.
Drijvende krachten achter de ontwikkeling van standaards zijn de
vliegtuigindustrie, Amerikaanse defensie, de Amerikaanse overheid en de
Amerikaanse universiteiten. Het gaat dan om de standaards als AICC of
IMS. Het initiatief SCORM
wil een koepel zijn voor standaarden. 6.
Customer focussed e-learning E-learning wordt al langere tijd ingezet binnen de “supply
chain”: wereldwijd leren onder meer productiemedewerkers, sales mensen
en leveranciers via een e-learningcursus een nieuw product of een nieuwe
dienst kennen. Denk aan een nieuw type verbrandingsmotor voor een auto.
E-learning is bij
lange na niet het exclusieve terrein van “dotcom”-bedrijven zoals
Saba, Digital Think en Thinq. Tot voor kort waarschuwden analisten dat
traditionele (“brick and mortar”) adviesbureaus en
opleidingsinstituten niet meer mee konden komen op het gebied van online
leren. Met name de traditionele adviesbureaus lijken er in te slagen om
een stevige positie op dit gebied in te nemen, met name door nieuwe
mensen aan te nemen en via overnames. “Brick and mortar” lijkt
allesbehalve “brick and mortal” te zijn. Voorbeelden zijn
PriceWaterhouseCoopers die onlangs een mega-opdracht van het Amerikaanse
ministerie van defensie heeft binnen gehaald om een online corporate
universiteit te ontwikkelen, Ernst & Young dat met het aparte
onderdeel Intellinex de markt bestookt en KPMG dat in Nederland met
e-workforce ambitieuze plannen heeft.
Verschillende
Amerikaanse e-learningbedrijven richten hun pijlen steeds vaker op de
Europese (en Aziatische) markt. Zo heeft Click2learn onlangs $ 5 miljoen
additionele financiering verworven om komend jaar de Europese markt te
veroveren. Verder kiezen Saba en Intellinex (onderdeel van Ernst &
Young) voor een agressieve marktstrategie richting het “oude” continent. 9.
Integratie bedrijfsinformatie en e-learning Er
is een tendens de zien van integratie van bedrijfsinformatie en
e-learning. Bedrijfsinformatie wordt binnen corporate academies ingezet
om medewerkers, leveranciers en klanten snel kennis te laten maken met
nieuwe producten of diensten, bijgestelde ondernemingsstrategieën,
wijzigingen in de organisatie, nieuwe procedures en dergelijke.
DigitalThink heeft hiervoor recentelijk een nieuwe applicatie
ontwikkeld: E-Briefings. Volgens DigitalThink kunnen binnen E-briefings
verschillende media worden geïntegreerd (audio, presentaties etcetera). Hun
persbericht geeft verder aan:
Figuur 2: screenshot E-briefing Op
de site van DigitalThink kun je ook screenshots bekijken en je opgeven
voor een demo: M-learning staat voor “mobile learning”. Leren “any time, any place” in optima forma. Je leert niet alleen thuis of op je werk, achter je PC. De
plaats maakt niet uit: in de trein, in de file, op een bankje in het
park. Je gebruikt daarvoor niet zo zeer je laptop in combinatie met je
mobile telefoon maar aparte apparaten zoals WAP-telefoons (telefoons
waarmee je Internetpagina’s kunt bekijken), personal digital
assistants of organizers (denk aan de Palm V of de PSION Revo). Een
onderneming als Motorola verwacht (en hoopt uiteraard) dat mobile
learning een grote vlucht gaat nemen. Voordat het zover is, zal het
nodige moeten gebeuren.
Echter: de grootste uitdaging ligt in het beantwoorden van de
vraag of studenten in staat zijn om op deze manier te leren. Uiteraard is het mogelijk dat een
sales manager –voordat hij bij een klant binnen gaat- via zijn mobiele
telefoon de laatste informatie over het nieuwste product raadpleegt.
Maar is in dat geval sprake van leren?
Op dit gebied zal nog veel onderzoek verricht moeten worden.
Het beheren van de technologie, die gebruikt wordt voor e-learning, is binnen afnemende organisaties bepaald geen "core-business". Men heeft vaak de expertise niet in huis om deze technologie te implementeren en "in de lucht" te houden. Het hosten van leeromgevingen of leermanagementsystemen biedt dan uitkomst. Organisaties nemen een abonnement bij een Application Service Provider (men betaalt bijvoorbeeld een bedrag per gebruiker per maand) en gebruiken de applicatie via Internet met behulp van de browser. De Application Service Provider (ASP) draagt dan zorg voor beheer, beveiliging,beschikbaarheid en dergelijke.Siennax is in Nederland marktleider op het gebied van ASP. Via Siennax kan de leeromgeving Lotus Learningspace en -binnenkort- het trainingmanagementsysteem van Saba gehost worden gebruikt. Op de site van Siennax is meer informatie over Application Service Providing te vinden: http://www.siennax.nl Uit concurrentieoverwegingen is het voor een onderneming
essentieel om de tijd die het kost om een product op de markt te
brengen (“time to market”), zo kort mogelijk te houden. Werknemers
moeten daarom in staat zijn om in steeds kortere tijd nieuwe producten
te ontwikkelen, te produceren en te verkopen. Zij zullen daarom ook
steeds sneller nieuwe kennis moeten verwerven. Er is echter geen
tijd om uitgebreide opleidingen, trainingen of cursussen hiervoor
te volgen. Daarom zal dit opleidingsaanbod (zelfs modules uit dit
opleidingsaanbod) steeds vaker moeten worden opgedeeld in kleine brokken
leerstof (“chunks” of “nuggets”). Werknemers leren dan alleen
datgene wat nodig is om een bepaalde taak op een bepaald tijdstip (“just
in time”) uit te kunnen voeren. Zij willen in zeer korte tijd beperkte
nieuwe kennis opdoen of weggezakte kennis opfrissen. Een relevante ontwikkeling die hier mee te maken heeft, is “Peer-to-peer”-computing (P2P). Met behulp van bepaalde technologie
kunnen personen met eenzelfde interesse (“peers”, bijvoorbeeld
trainers communicatieve vaardigheden) delen van hun harde schijf met
elkaar delen. Op dat deel van de harde schijf staan zelf ontwikkelde
leerobjecten die zij via Internet met elkaar uitwisselen. P2P-computing
kan binnen een organisatie worden gebruikt, maar ook tussen vakgenoten
wereldwijd. 14. Hoge
eisen aan contentontwikkeling Bij veel e-learningcontent is sprake van “e-reading”:
veel tekst waar je door heen kunt bladeren. Maar met weinig doordacht
gebruik van verschillende media, weinig interactiemogelijkheden en
nauwelijks gelegenheid om te checken of je het geleerde hebt begrepen of
zelfs kunt toepassen. Daarnaast is veel digitale content niet ontwikkeld
volgens eigentijdse onderwijskundige principes. Het materiaal is vaak
lineair opgebouwd waarbij je onderdeel A moet doorlopen voordat je aan B
kunt beginnen. Ook hebben studenten nauwelijks de gelegenheid om zelf
content in te brengen en wordt er dominant uitgegaan van
(virtuele) kennisoverdracht. 15. Prijs- en
kwaliteitsvergelijk Binnen veel leerportalen kunnen studenten al aan gevolgde
cursussen een score toekennen. Bij elke cursus of opleiding (of “chunk”)
die besteld kan worden, is dan een score zichtbaar (“rating”). Op
die manier scheidt de markt zelf het kaf van het koren. Al met al is de markt van e-learning flink in beweging. Dat
is ook niet verwonderdijk. E-learning is een jong terrein, dat een
gouden toekomst wordt voorspeld. Erg boeiend om dat mee te maken. Wilfred Rubens, e-learningconsultant bij Acadoo (onderdeel
van Siennax) Literatuur: Assen,
D. en Rubens, W. (2000), “E-learning: een revolutie
in bedrijfsopleidingen”: |
http://www.wilfredrubens.com |