Home

Waarover moet mijn TeachMeet-micropresentatie gaan?

Op 29 januari 2009 vindt in MediaPlaza te Utrecht de TeachMeet 09 plaats, een zogenaamde unconference voor iedereen die nieuwsgierig is naar technologie in het onderwijs. Ik verzorg hier een micropresentatie van 7 minuten. 

Bezoekers van mijn weblog konden via een peiling bepalen waar de presentatie over zou moeten gaan. En de winnaar is:

Bestaat er wel een net-generatie?

Steeds vaker wordt getwijfeld of net-generatie wel bestaat. Nog steeds ontbreekt het aan op onderzoek gebaseerde 'evidence'. Tegelijkertijd laat ook de dagelijkse praktijk een grote diversiteit zien in de wijze waarop jongeren technologie gebruiken. Het is volgens de Duitse hoogleraar Schulmeister de vraag of je wel van een 'generatie' kunt spreken. Vandaar de stelling:

Microbloggen serieus nemen?

Regelmatig wordt de zinvolheid van microbloggen (Twitter, Jaiku, etc) ter discussie gesteld. Op 18 april 2008 heb ik daar over geschreven.  Is microbloggen een hype of een trend?

Web 2.0: risico?

Dankzij web 2.0 ben je als docent minder aangewezen op je organisatie (denk aan ICT-beheer). Software is bijvoorbeeld gratis via Internet beschikbaar. Het risico hiervan is dat dit (weer) kan leiden tot "koning, keizer, admiraal: ik ben baas in mijn eigen klaslokaal". Vandaar de stelling in het voorjaar van 2008:

Tijdens het nationale e-learning congres 2008 heb ik een workshop verzorgd over samenwerkend leren en social software. Er is veel onderzoek gedaan naar samenwerkend leren met behulp van ICT (CSCL). De uitkomsten zijn veelbelovend (als aan een aantal voorwaarden is voldaan, werkt CSCL prima, blijkt uit onderzoek van Martin Valcke cs). Elektronische leeromgevingen zoals Blackboard worden ook gebruikt voor samenwerkend leren. De vraag is echter of social software (zoals weblogs, wiki's en social networking sites) niet beter geschikt zijn voor samenwerkend leren dan de 'traditionele elektronische leeromgeving'. 

Uitslag: 29 januari 2008

Tijdens de SURF Onderwijsdagen 2007 heb ik een sessie verzorgd met als titel "Past web 2.0 wel binnen de wereld van het hoger onderwijs?". Ik wilde in deze interactieve workshop onder meer in gaan op de vraag waarom onderwijsprofessionals nauwelijks een weblog hebben voor de eigen kennisontwikkeling en het delen van kennis met anderen (ik bedoel dus niet weblogs als onderdeel van de leeromgeving van studenten). De term 'onderwijsprofessional' gebruik ik als verzamelnaam voor docenten, instructeurs, hoogleraren, lectoren, etc.
Via mijn poll heb ik gevraagd naar de belangrijkste reden om als onderwijsprofessionals geen weblog te hebben voor de eigen kennisontwikkeling en het delen van kennis met anderen. 

Uitslag:  12 november 2007.

Helpt (t)e-learning het lerarentekort tegen te gaan? Daar ging de stelling over waarop in  september-oktober 2007 gereageerd kon worden, met de volgende uitslag:

In het voorjaar van 2007 heb ik de stelling gelanceerd dat elektronische leeromgevingen op termijn 3D worden.  De meerderheid van de respondenten was het hiermee eens:

23 september 2007

Begin januari 2007 voorspelde de World Future Society hoe het onderwijs er over 25 jaar uit ziet.
Schools based on classrooms and a human teacher will dwindle over the next 25 years. Why sit in a classroom when you can visit virtual worlds and experience your subjects? An "avatar," a personalized interactive guide, will answer all of your questions and help you pose new ones.

De meerderheid van de respondenten deelt deze visie duidelijk niet.

In de zomer van 2006 was veel te doen over het patent dat BlackBoard heeft gekregen. De reacties op mijn stelling Ik ben tegen het patent dat BlackBoard in de zomer van 2006 heeft gekregen waren duidelijk.

Vóórdat de kwestie van de Blackboard-patenten de (t)e-learning discussies op Internet ging beheersen, heb ik gevraagd welke elektronische leeromgeving over 3 jaar marktleider is binnen het Nederlndse onderwijs. De meningen zijn verdeeld, maar Blackboard komt in elk geval niet als grootste uit de bus (volgens mijn46 respondenten).

Eén persoon gaf aan dat de aandacht zal verschuiven van applicaties naar de service oriented architecture .

Het Universiteitsblad van de Universiteit Utrecht beweerde dat ijdelheid de belangrijkste drijfveer voor bloggers is. Ik heb mijn bezoekers gevraagd of dat ook voor Edubloggers geldt. De voor mij teleurstellende uitslag is:

Regelmatig heb ik in mijn weblog geschreven over "mobile learning": leren met behulp van laptops, tablet PC's, smartphones, pocket PC's en personal digital assistants. Dankzij draadloos snel Internet kunnen we ècht overal leren. Maar gaat "mobile learning" het ook echt maken?

Wat vindt u?

De komende tijd zal een generatie lerenden deelnemen aan onderwijs en opleidingen, die is opgegroeid met Internettechnologie. Deze "net generation" gaat heel anders om met informatie en media dan de generatie die het onderwijs verzorgd. Veel docenten vragen zich af of het onderwijs zich moet aanpassen aan de manier waarop de "net generation" met informatie en media omgaat of dat het onderwijs deze generatie jongeren vooral moet leren om te gaan met informatie en media zoals zij (de docenten) dat gewend zijn: lineair, niet meerdere media tegelijkertijd gebruiken etc.

Wat vindt u?

Op deze stelling is ook commentaar gegeven:

'Meer aanpassen' daar ben ik voor. Overigens ook tot prikkelen tot andere manieren om met informatie en media om te gaan. 'Leer ze veel goeds' is mijn wens. Desiree Verber, vz ur
-Apr 5, 2005-
ik heb moeite met de stelling, omdat 'het onderwijs' in een zo algemene zin geen recht gedaan kan worden
-Mar 14, 2005-
Als je je onderwijs laat aansluiten bij de 'belevingswereld' van de lerenden, heb je al een kleine slag gewonnen om ook daadwerkerlijk leren te laten plaatsvinden.

Informeel leren

De aandacht voor informeel leren is niet nieuw. Maar wel op het terrein van e-learning en TE-learning. Tijdens de Online Educa 2004 was er veel aandacht voor informeel leren (zie mijn weblog). Het idee is dat e-learning en TE-learning met meer succes (en goedkoper) kunnen worden ingezet als meer gebruik wordt gemaakt van meer informele vormen van (t)e-learning.

Soft spots

In mijn weblog geef ik een impressie van een inleiding van trendwatcher Carl Rohde. Rode typeert twee generaties jongeren, de computer game generation en de generation search. Deze generaties kenmerken zich door zogenaamde "soft spots". Een "soft spot" kun je omschrijven als een collectief syndroom van een generatie: iets dat een generatie beweegt, waar hun collectieve belangen liggen. Veel grote bedrijven houden bij hun marketing rekening met deze soft spots.

Open source

Er is veel aandacht voor zogenaamde "open source" software. Dat is software waarvan de gebruiker kan beschikken over de broncode. De software hoeft niet gratis te zijn, maar een ieder is wel vrij om wijzigingen aan te brengen naar eigen goeddunken. Door gebruik te maken van Open Source software worden eindgebruikers minder afhankelijk van enkele leveranciers, worden monopolieposities op de softwaremarkt tegengegaan en hebben eindgebruikers meer zicht op de werking van programma's. Mogelijk dalen ook de totale kosten van ICT.
Maar er zijn ook nadelen (denk aan de continuïteit).
Zie http://www.ososs.nl/ en http://www.ossinhetonderwijs.nl/

De bezoekers van www.wilfredrubens.com scoorden als volgt op de stelling:

Weblogs en e-learning

De populariteit van weblogs (soort online dagboeken op Internet) neemt toe.  De American Society for Training and Development definieert een weblog als volgt: "An extension of the personal Website consisting of regular journal-like entries posted on a Webpage for public viewing. Blogs usually contain links to other Websites along with the thoughts, comments, and personality of the blog's creator."

De laatste tijd wordt steeds vaker gesproken over de toepassing van weblogs voor e-learning. 

Vandaar de stelling: Weblogs kunnen op een zinvolle manier worden toegepast binnen e-learning.

Eén persoon gaf als toelichting dat weblogs gebruikt kunnen worden voor reflectie.

E-learning en MKB

Er komt meer aandacht voor e-learning in het Midden- en KleinBedrijf (MKB; tot 250 medewerkers). Het is de vraag of gebrek aan schaalgrootte e-learning niet te duur maakt? Of kan door samenwerking e-learning wel bereikbaar worden? En moeten we misschien eenvoudiger (en goedkopere) technologie inzetten (gekoppeld aan minder formele vormen van leren).

Vandaar de stelling "Door het gebrek aan schaalgrootte zal e-learning nooit voor het MKB bereikbaar worden".  Bezoekers van www.wilfredrubens.com reageerden  als volgt op de stelling:

Toegevoegd commentaar:
Het zijn niet de kosten van de technologie die het succes zullen bepalen, maar het beschikbaar komen van geschikte e-learning content. Daar zit het grote afbreukrisico

Voorspellingen groei e-learning

Onlangs kwam research instituut IDC met een voorspelling over de groei van de trainingsmarkt voor IT en "business skills" (en de positie van e-learning daarbinnen; zie bijvoorbeeld IDC Sees Key Opportunities For Renewed Growth In Corporate Training Markets). Maar hebben we niet al veel van dergelijke voorspellingen voorbij zien komen? En wat bleken die waard te zijn?  Is dit vakgebied daarvoor niet te onvolwassen?

Vandaar de stelling "Het heeft weinig zin om de eerste vijf jaar voorspellingen te doen over de groei van e-learning". Bezoekers van www.wilfredrubens.com reageerden  als volgt op de stelling:

Weer een portaal over e-learning

Onlangs opende EU-commissaris Vivian Redding een Europees portaal over e-learning. Zien we nog door de bomen het bos? Vullen de startpagina's en  sites elkaar aan? Of....

Vandaar de stelling "Er zijn op Internet te veel startpagina's en portals over e-learning". Bezoekers van www.wilfredrubens.com reageerden  als volgt op de stelling:

Effectiviteit

Regelmatig lees je in artikelen over onderzoek waarin wordt gekeken of e-learning meer of minder effectief is dan de meer traditionele manier van leren. Is dit appels met peren vergelijken? Of is het wel zinvol?

Bezoekers van www.wilfredrubens.com reageerden daarom als volgt op de stelling:

Een meerderheid vindt het dus zinvol om te onderzoeken of e-learning meer of minder effectief is dan traditioneel leren.

Klimt e-learning uit het dal?

E-learning expert Kevin Kruse bekijkt de ontwikkeling van e-learning door de bril van Gartners'technology hype cycle. Kruse denkt dat de fusie tussen Smartforce en Skillsoft wel eens het begin kan inluiden van de "Enlightenment & Productivity"-fase uit dit model. Hij stelt: "if it took four solid years to move from the triggers to the peak, it could be 2004 or '05 before we truly reach a time of healthy, manageable growth."  Vandaar de stelling:

Samenwerkend leren

Deelnemers kunnen effectiever leren via e-learning als meer gebruik wordt gemaakt van elektronisch samenwerkend leren. Immers: in het algemeen is binnen leersituaties (dus ook e-learning) samenwerkend leren effectiever dan individueel leren. Op dit moment is binnen e-learning individueel leren echter dominant.

Vandaar de stelling:

Visie op leren

E-learning kan niet los worden gezien van je visie op leren. Kan een e-learning oplossing (zoals een leermanagementsysteem of een toetssysteem) dan aangeschaft worden als je deze visie op hoe geleerd moet worden, niet helder en concreet hebt?

Vandaar deze stelling:

Organisaties moeten hun onderwijsconcept helder en concreet hebben, voordat ze een e-learning oplossing aanschaffen en implementeren.

In totaal hebben 28 personen op deze stelling gereageerd.

Een overgrote meerderheid is het met deze stelling eens. Maar is de praktijk niet anders?