Als je ICT voor leren wilt gebruiken, kun je dat ‘in de klas’ doen. Maar dat hoeft niet. Ik ben voorstander van een selectief gebruik van ICT ‘in de klas’, mits je kiest voor zinvolle toepassingen. Deze blogpost bevat er een aantal.
Bij de ontwikkeling van blended learning kun je op tal van aspecten variaties aanbrengen. Zo kun je variëren in de mate waarin je ICT inzet, maar ook kun je variëren met synchroon leren (plaatsonafhankelijk maar wel tijdgebonden) en asynchroon leren (plaats- en tijdonafhankelijk leren).
Een andere variabele is de plaats waar je ICT voor leren gebruikt. Gebruik je ICT vooral voor afstandsleren of ook voor leren ‘op locatie’ (op school, voor werkplek leren of binnen een centrum voor leren & ontwikkelen)? Je kunt ICT ‘in de klas’ inzetten, maar dat hoeft niet. Ik vind het in elk geval belangrijk dat je als ontwikkelaar bewust nadenkt over deze vraag, en dat je de verschillende offline en online leeractiviteiten nauw op elkaar afstemd.
Verder is het m.i. van belang dat je bij het gebruik van ICT ‘in de klas’ vooral selectief gebruik maakt van eigen apparaten (smartphones, tablets, laptops), en daar ook afspraken over maakt met lerenden.
Wat doen we met het apparaat als we deze NIET gebruiken? En wat doen we als iemand (ook de docent!) zich niet aan deze afspraak houdt? Onder selectief gebruik versta ik: selectief in het aantal keren, en selectief in tijdsduur.
Want hoe je het wendt of keert: ICT kan erg afleiden. Je bent in een mum van tijd bezig met Instagram of YouTube. Ik zou daarom altijd ICT ‘in de klas’ beperkt gebruiken. En ja: dat geldt ook voor HBO’ers.
Wat zijn dan zinvolle leeractiviteiten om selectief ‘in de klas’ in te zetten? Enkele voorbeelden zijn:
Back channel voor conversaties
Je kunt bijvoorbeeld een applicatie als TodaysMeet gebruiken om lerenden vragen te laten stellen tijdens een instructie. Het voordeel hiervan is dat meer lerenden de kans krijgen een vraag te stellen, dan degene die normaliter altijd de hand opsteekt. Het is dan wel belangrijk dat je als docent een aantal momenten inbouwt om in te gaan op de vragen. Je kunt deze toepassing ook gebruiken voor online discussies, al is het vaak lastig om te zien wie welke reactie geeft. Er zijn echter ook veel tools voor zogenaamde ’threaded discussions’ beschikbaar.
Het voordeel van online discussiëren is dat lerenden beter na kunnen denken over hun bijdragen (al zou je in het algemeen bij veel online discussies niet zeggen dat dit daadwerkelijk gebeurt), en dat zij hun gedachtes opnieuw structureren. Ook geef je hiermee alle lerenden ‘een stem’ (en niet slechts een selecte groep). Een nadeel is dat dit behoorlijk tijdsintensief is. Bovendien is het lastig om deelnemers van de zinvolheid hiervan te overtuigen (“we zitten toch bij elkaar?”).
Je kunt in plaats van TodaysMeet ook Twitter gebruiken. Echter: veel lerenden twitteren niet. Bovendien kan Twitter afleiden omdat je snel in contact raakt met andere conversaties. Verder hoeven conversaties in de klas ook niet altijd in de openbaarheid gevoerd te worden. TodaysMeet is eenvoudig in gebruik (lerenden hoeven niet in te loggen). De conversaties kunnen ook worden gesloten.
Geavanceerd vragen stellen
Je kunt lerenden via bijvoorbeeld Verso ook op een meer geavanceerde manier vragen laten stellen. Lerenden plaatsen in eerste instantie een vraag zonder dat zij de vragen van anderen zien. Vervolgens zien zij vragen van andere lerenden, waarbij de naam van de lerende niet zichtbaar is. Zij kunnen vragen ook waarderen. De docent kan wel zien welke student welke vraag heeft gesteld, en welke student meer of minder actief is. Vervolgens kan de docent de vragen van lerenden ook groeperen en behandelen.
Studentresponse systemen
Ik heb al vaker geblogd over student- of audienceresponse systemen zoals Kahoot of Mentimeter. Deze tools kun je bijvoorbeeld gebruiken om discussies op gang te brengen via een peiling, om de mening van lerenden te vragen, om de voorkennis te activeren of om te checken of lerenden een instructie hebben begrepen. Een voordeel van deze benadering is dat niet altijd dezelfde lerenden reageren op een vraag. Hoogleraar Dylan Williams heeft enkele jaren geleden aangetoond dat het klassikaal stellen van vragen met ‘hand opsteken’ vooral ten goede komt aan de betere lerenden. Met een studentresponse systeem voorkom je dat.
Als je deze tools gebruikt om te checken of lerenden het geleerde hebben begrepen, dan is het geven van feedback op de reacties erg belangrijk. De effectiviteit van deze tools staat en valt met de kwaliteit van de feedback.
Brainstormen om voorkennis te activeren
Brainstormen in een grote groep blijkt geen goede manier te zijn voor het effectief genereren van nieuwe ideeën. Maar je kunt bijvoorbeeld wel tools voor brainstorming gebruik om de voorkennis van lerenden te activeren. Ik gebruik bijvoorbeeld vaker Padlet om te inventariseren wat lerenden al weten van een bepaald onderwerp. Padlet is eenvoudig te gebruiken (inloggen hoeft niet persé), en je kunt deze applicatie ook inbedden in een elektronische leeromgeving (mits deze dat faciliteert). Een vergelijkbare, en recent beschikbaar gekomen, tool is Dotstorming. Bij deze toepassing kun je lerenden ook nog laten chatten, opmerkingen maken bij bijdragen van anderen en stemmen op ideeën (embedden is in een leeromgeving is vooralsnog niet mogelijk).
Mindmap maken
Je kunt lerenden via Mindmap-toepassingen zoals Mindmeister of Minddomo teksten of instructies op een effectieve manier actief laten verwerken. Uiteraard kun je deze leerstrategie ook buiten de klas gebruiken. Het voordeel van het gebruik meteen na afloop van een instructie, is dat je meteen kunt zien wat lerenden ervan hebben geleerd en dat je daar weer feedback op kunt geven.
Korte zoekopdrachten
Geef lerenden een beknopte zoekopdracht die voorbouwt op reeds aanwezige kennis (zonder voorkennis is zoeken weinig zinvol). Zorg daarbij voor een duidelijke taak, die binnen een paar minuten kan worden uitgevoerd. Vraag lerenden de uitkomsten te delen, bijvoorbeeld in een Google Doc of via TodaysMeet. Maak er eventueel een wedstrijd van.
Creëren
Lerenden werken in een klas uiteraard ook vaak aan verwerkingsopdrachten. Er zijn tal van tools beschikbaar om online verhalen mee te maken, online posters te creëren of online stripverhalen me te maken. Ter inspiratie: onlangs is versie drie van BoekTweePuntNul uitgekomen. Hierin staan beschrijvingen van 172 tools, waarvan er 52 nieuw zijn. Veel van deze tools zijn gericht op het creëren van artefacten die het resultaat kunnen zijn van een leeractiviteit.
Aantekeningen maken?
Onderzoek laat zien dat lerenden meer leren van het maken van aantekeningen op papier dan van het maken van aantekeningen via een laptop. Dit heeft deels te maken met de wijze waarop laptops voor dit doel worden gebruikt (het letterlijk overnemen van slides, in plaats van het in eigen woorden verwerken). Mogelijk is dit ook een kwestie van veel oefenen. Ik maak al jaren aantekeningen op iPad of MacBook en heb het idee dat ik daar behoorlijk bedreven in ben. Maar ik doe dit ook al jaren. Vóórdat je lerenden aantekeningen laat maken, zul je aandacht moeten besteden aan hoe ze dit effectief kunnen doen. Bovendien ligt ook nu weer afleiding op de loer.
Behalve smartphone, tablets en laptops kun je uiteraard ook digiborden ‘in de klas’ gebruiken om presentaties te verlevendigen, bronnen helder te organiseren, interactie te bevorderen, samenwerkend leren te stimuleren en lerenden meer te motiveren (al zijn motiverende effecten van ICT vaak van tijdelijke aard). Zie bijvoorbeeld deze publicatie van Kennisnet of bekijk deze video’s bij Leraar24.
Uiteraard kunnen lerenden ook op locatie online leren, zonder dat ze ‘in de klas’ leren. Ik doel dan op individueel zelfstandig werken, of aan het gezamenlijk werken aan een taak/probleem of project.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
De link naar Verso in je bericht werkt niet!
http://versoapp.com/
Hetzelfde geldt voor de link naar de blogpost van Frans over Dotstorming
https://fdroog.wordpress.com/2015/10/21/dotstorming-online-brainstorm-en-stem-tool/
Hmm… volgens mij is er meer aan de hand, want ook de link naar de video’s bij Leraar 24 is niet goed.
Misschien moet je hier zelf even naar kijken!
Dank. Ik had een aantal links in een kladblok handmatig toegevoegd. Dan krijg je extra codes. Had ik me niet gerealiseerd. De links werken nu.