Vandaag starten de pre-conferentie sessies van editie 20 van de Online Educa in Berlijn. Morgenvroeg gaat dit grootste internationale congres over e-learning pas goed van start. Ik doe verslag van deze twee dagen. Wat staat ons te wachten?
Met vermoedelijk zo’n 2000 deelnemers is de Online Educa misschien niet ’s werelds grootste congres rond dit thema, maar dankzij de vele aanwezige nationaliteiten wel de grootste internationale conferentie op dit terrein. Verder is dit het congres waarin je zowel vertegenwoordigers uit het onderwijs, het bedrijfsleven, de zorg, overheid en andere sectoren tegenkomt.
Deze diversiteit is tevens één van de meest aantrekkelijke kanten van de OEB. Maar dan moet je als deelnemer wel open staan voor die diversiteit. Denk niet “Dit gaat niet over hoger onderwijs, en is dus niet relevant voor mij of mijn instelling”. Vraag je af wat je kunt leren van ervaringen van anderen.
Hetzelfde geldt voor de ervaringen uit andere landen. De situatie in Oman of Ghana is uiteraard niet vergelijkbaar met de situatie in Nederland. Maar hoe kun je de geleerde lessen toepassen in jouw situatie? Of wat wil je juist niet doen?
Inhoudelijk weerspiegelt het programma van de OEB 2014 ook de brede scope van e-learning. Je vindt er sessies over het ontwikkelen van e-learning (inclusief ‘blended learning’), over big data, massive open online courses (en open education in het algemeen), serious gaming, compliancy based learning (zoals security en defence learning), assessment en feedback, werkplek leren, meer informele vormen van online leren, gamification, het gebruik van online video of over het betrekken van lerenden. Als je breed geïnteresseerd bent in e-learning, maakt dit het samenstellen van het programma tot een kwaal.
Bovendien krijg je ook een mooi beeld over ontwikkelingen als je een uurtje over de omvangrijke beurs loopt. Ik verwacht dit jaar bijvoorbeeld veel aandacht voor ‘big data’-oplossingen.
Je hoort ook wel eens dat de Online Educa nogal frontaal van aard is. Die sessies zijn er zeker bij. Dat komt m.i. omdat men om diverse redenen het podium wil bieden aan veel bijdragen. Overigens lijken ook veel congresdeelnemers de voorkeur te geven aan luisteren tijdens sessies. Gesprekken vinden vaak in de wandelgangen, restaurant of bar plaats.
Tegelijkertijd zijn er ook alternatieve vormen voor keynotes en presentaties.
Persoonlijk vind ik het Online Educa Debat één van de hoogtepunten. Twee voor- en twee tegenstanders houden onder leiding van het voormalige Britse Lagerhuislid Harold Elletson de degens over een relevante stelling. De zaal krijgt ook uitgebreid de ruimte om te reageren. Dit jaar luidt de motie: ´The house believes that data is corrupting education´. Eén voor ons land uiteraard ook erg actueel thema. Ik ga er blanco in.
Nieuw is dit jaar “the Spotlight Stage”:
It will feature expert speakers and special guests during both conference days participating in a rolling programme of interactive panels, interviews, debates, music and more.
Ik mag hier vrijdagmiddag als ‘edublogger’ aan mee doen, en terugblikken op de OEB.
Andere werkvormen zijn onder andere hands-on sessies, interactieve demonstraties, actieve workshops en lunchtafels over speciale onderwerpen.
Daar komt bij dat ‘one and only’ Graham Atwell elke dag tussen 11.15 en 11.45 uur internetradio over de Online Educa verzorgd. Daarbij interviewt hij deelnemers over hun ervaringen.
Ik heb gisteravond mijn voorlopige programma samengesteld. En dat was inderdaad niet gemakkelijk. Dat komt onder ander doordat ik waarschijnlijk een interview met Howard Rheingold zal houden, zelf mag deelnemen aan een sessie, zoals gezegd mee doe aan the Spotlight Stage, en vermoedelijk ook wordt geïnterviewd door Graham voor zijn live radio station.
“Wer die Wahl hat, hat die Qual”, zeggen ze dan hier.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie