De impact van nieuwe technologieën op onze samenleving wordt vooral beïnvloed door de de schaal waarop de technologieën worden toegepast, en de passende organisatievorm om van deze nieuwe technologieën te profiteren. Het gaat dus niet om de technologieën op zich of het tempo waarin deze worden geaccepteerd. Wat betekent dit voor leren, opleiden en onderwijs?
Andrea Ovans van de Harvard Business Review plaatst de maatschappelijke gevolgen van nieuwe technologieën in historisch perspectief. Zij laat zien dat veel technologieën vaak al lang bestaan, voordat zij echt disruptief worden. Dankzij internet na verloop van tijd konden grote hoeveelheden rijke informatie bijvoorbeeld snel worden gedeeld met grote groepen gebruikers. Veel bedrijven, niet alleen kranten, zijn afhankelijk van informatie:
Supplier relationships, brand identity, process coordination, customer loyalty, and many switching costs were all forms of information. The more your competitive advantage depended on maintaining that trade-off between richness and reach, the more vulnerable it would be.
Verschillende bedrijven blijken in staat competitief voordeel te behalen doordat zij direct diensten kunnen verkopen (zonder tussenkomst van een verkoopafdeling) of doordat zij fors kunnen besparen op voorraden en personeel (de taxi-applicatie Uber is daar een voorbeeld van). Door dankzij internet direct contact te hebben met klanten kunnen bedrijven competitie intensiveren en winstmarges vergroten. Het tempo waarin deze innovatie plaats vindt, verschilt echter sterk. Dat is volgens Ovans dus ook niet belangrijk. Wel de schaal en de vorm van de innovatie.
Je ziet verder m.i. ook dat gevestigde belangen op verschillende manieren proberen die innovaties tegen te houden. Denk aan het verzet tegen het downloaden van muziek en films, of de weerstand van de taxiwereld tegen toepassingen als Uber. Terwijl het zinvoller is om na te gaan hoe je deze technologische innovaties op een constructieve manier kunt inzetten.
Wat betekent dit voor leren, opleiden en onderwijs?
Internettechnologie heeft vooralsnog geen disruptieve invloed op onderwijs en opleiden. We gebruiken internettechnologie veel intensiever voor informeel leren. Er is ook sprake van invloed op onderwijs en opleiden. Maar er is nog geen sprake van een radicale of disruptieve invloed.
Massive open online courses worden, ondanks de vaak grote aantallen deelnemers, nog op betrekkelijk kleine schaal toegepast. Daarnaast komen alternatieve organisatievormen nog niet uit de verf. Via toepassingen als Udemy.com kun je als docent onderwijs verzorgen zonder tussenkomst van schoolorganisaties of opleidingsinstituten.
Vooralsnog heeft deelname echter nog geen ‘civiel effect’. Voor een diploma -belangrijk voor werkgevers- heb je nog steeds een gevestigd instituut nodig. Het is de vraag hoe lang deze gevestigde belangen kunnen worden verdedigd waarbij disruptieve innovaties tegen worden gehouden.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie