Hebben jullie dat ook? Dat je je niet thuis voelt bij één leertheorie, maar dat je eigenlijk op synergie hoopt van verschillende theorieën? Welnu: er bestaat al enkele jaren een meer omvattende en ‘eigentijdse’ theorie over hoe mensen leren.
Tijdens een zoektocht naar literatuur kwam ik vandaag toevallig uit bij “Towards a contemporary and comprehensive theory of learning” van emeritus-hoogleraar Knud Illeris. Dit artikel is oorspronkelijk in 2003 in het International Journal of Lifelong Education gepubliceerd. In 2010 blijkt Management & Organisatie het artikel ‘Hoe we leren‘ van Illeris te hebben gepubliceerd. De strekking van beide artikelen is hetzelfde.
Volgens Illeris zijn in de hedendaagse kennissamenleving academische en professionele bekwaamheden belangrijk, net als algemene vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten. Om deze bekwaamheden en kwaliteiten te ontwikkelen zijn verschillende processen bij leren relevant.
Illeris stelt dat leren twee verschillende processen omvat:
- Er is sprake van interactie tussen de lerende en diens omgeving.
- Er is sprake van een intern cognitief proces waarbij de lerende kennis verwerft, uitbreidt en verbindt met eerdere leerervaringen.
Leren omvat dan drie dimensies.
In de eerste plaats de leerinhouden (wat). De lerende construeert daarbij kennis op een actieve manier, waarbij Illeris vier soorten leren onderscheid:
- Cumulatief leren: leren is nog niet verbonden met eerdere kennis. De lerende bouwt in feite nieuwe expertise op. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij jonge kinderen of bij volwassenen die iets heel nieuws moeten leren.
- Assimilerend leren: de lerende bouwt voort op bestaande patronen van wat hij kent en kan. Deze vorm van leren komt het meeste voor. Als sprake is van duidelijke doelen, dan wordt een groter beroep gedaan op cognitieve belasting.
- Accommoderend leren: veranderingen in je situatie maken het noodzakelijk dat je bestaande patronen gedeeltelijk los laat (decompositie), en dat je expertise reconstrueert. Deze manier van leren kan ‘pijn’ doen, maar ook tot ‘a ha’-ervaringen leiden. Reflectie is hierbij belangrijk.
- Transformatief leren: dit is de meest veeleisende manier van leren. Diverse patronen worden losgekoppeld en opnieuwe geconstrueerd. Er is sprake van invloed op de identiteit van de lerende. Illeris verwijst hierbij zelfs naar de psychotherapie. Deze manier van leren treedt bijvoorbeeld op als medewerkers zich verplicht moeten omscholen.
De tweede dimensie van leren noemt Illeris de ‘incentive dimension‘. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om prikkels, emoties en motivaties, maar ook om weerstanden. Deze dimensie wordt beïnvloed door de eerste dimensie. In feite is deze dimensie sterk van invloed op de bereidheid om te leren, en daarmee randvoorwaardelijk voor leren.
De derde dimensie van leren is de interactieve dimensie. De lerende interacteert met zijn sociale en maatschappelijke omgeving. Daarbij kan het gaan om interacties van andere lerenden, met docenten of met materialen (zoals leerstof). Perceptie is volgens Illeris ook een vorm van interactie, net als transmissies (zoals instructies ontvangen), ervaringen, imitaties of participaties.
Illeris legt terecht de nadruk op leren als een social proces, en leren als een cognitief proces. De vier soorten leren zijn vooral relevant voor leren van volwassenen. Bij jongeren is meestal alleen sprake van cumulatief en assimilerend leren. Ik vind het verder mooi dat Illeris aandacht vraagt voor het samenspel van leerinhouden, prikkels en interacties. En dat hij leren nadrukkelijk binnen een context plaatst. Vandaag de dag wordt deze context uiteraard ook mede bepaald door de online netwerken waarin lerenden participeren. Zo’n netwerk bestaat, zo benadrukt o.a. George Siemens al een aantal jaren terecht, uit mensen en bronnen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Mooi artikel. Prachtig dat hij uit zoveel leer- en ontwikkelingsmodellen een nieuw model heeft geconstrueerd dat uitblinkt in eenvoud én volledigheid.