Digitaal leermateriaal, maar niet adaptief en gepersonaliseerd

Adaptief en gepersonaliseerd leren zijn behoorlijk trendy als het gaat om ICT en leren. Er is echter ook een initiatief dat daar tegen in gaat, maar wel de kracht van ICT wil gebruiken om leren te versterken.

CumulusEen paar dagen geleden ontving ik een uitgebreide mail van Henk Douna. Hij is economiedocent, en initiatiefnemer van Cumulus. Dit is een digitale lesmethode economie die op dit moment binnen 35 scholen (havo/vwo) wordt getest. Na de testperiode komt deze methode beschikbaar voor alle economiedocenten in Nederland.

Cumulus wordt ontwikkeld door een klein team -wat dit initiatief kwetsbaar maakt-, en een inhoudelijke redactie van docenten. Verder gebruikt men feedback van docenten voor verbeteringen.

Een aantal zaken valt me op:

  • De initiatiefnemers zetten zich af tegen methoden van de grote onderwijsuitgevers. Deze methoden zijn volgens hen vooral een verlengstuk van een boek. Ook heeft men bezwaren tegen de tendens om lerenden zelfstandig materiaal te laten gebruiken, waarbij de inhoud van het programma zich aanpast aan het gedrag van de lerende. Cumulus stelt daar een methode tegenover waarbij de docent centraal staat. De docent moet vooral de mogelijkheid hebben om een eigen draai aan de leerstof te kunnen geven, en digitaal materiaal te gebruiken als versterking van de kennisoverdracht die in de klas plaats vindt.
  • De initiatiefnemers vinden dat er onvoldoende wordt geluisterd naar de docenten en hun digitale behoeftes. Niet alleen educatieve uitgevers zouden zich daar schuldig aan maken, maar ook initiatieven als VO-Content of Wikiwijs.
  • Er wordt gebruik gemaakt van veel oefenmateriaal, en van materiaal dat continue wordt verbeterd en geactualiseerd.
  • Het materiaal is open in de zin dat docenten in staat zijn het te bewerken en aan te passen. Cumulus komt niet vrij toegankelijk beschikbaar. De prijs zal € 7 per leerling per jaar bedragen (wat vrij laag is). Docenten kunnen het materiaal zonder vergoeding gebruiken.

Ik kan me hun kritiek op adaptief en gepersonaliseerd leren wel voorstellen. Als je vaak luistert naar bijdragen van uitgeverijen als Pearson dan wordt wel heel veel verwacht van het analyseren en gebruiken van big data, terwijl nog weinig bekend is over de effecten en het nut ervan voor het leren. In de praktijk blijkt het met het adaptieve karakter bovendien vaak tegen te vallen, al zijn er wel degelijk goede voorbeelden te vinden. ‘Personalisering’ wordt daarbij te vaak als ‘buzz-word’ gebruikt, en alleen met de mond beleden. Bovendien reduceren deze uitgeverijen in feite de rol van de docent behoorlijk, al zal men dat niet snel toegeven.

Er zou wat mij betreft veel meer ervaring opgedaan moeten worden met adaptief en gepersonaliseerd leren, waarbij ook grondig onderzoek gedaan zou moeten worden naar de effecten ervan, voordat deze benadering grootschalig wordt ingevoerd.

Ik heb echter ook moeite met de benadering van Cumulus. Leerlingen kunnen wel degelijk op een andere manier leren dan via een docent die zijn kennis via “een verhaal in de klas vertelt, die de leerlingen weet te verbazen en te enthousiasmeren, met behulp van digitale ondersteuning.” Ik heb moeite met termen als “de docent centraal” omdat het om de ontwikkeling van de lerende gaat. Je kunt lerenden wel degelijk meer eigen verantwoordelijkheid geven voor hun leren, mits zij dat maar leren (dáár loopt het vaak op spaak).

Dat een docent daarbij een cruciale rol speelt, die niet gereduceerd kan worden tot ‘coach’, is wat mij betreft evident.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

6 reacties

  1. Het noemen van Wikiwijs en VO-content als initiatieven die te weinig luisteren naar de leraar is volkomen onterecht. Ten eerste biedt het leermateriaal van VO-content (nog) geen functionaliteit voor adaptiviteit dus hoort het niet in dit rijtje thuis. Ten tweede bestaat het leermateriaal, Stercollecties, uit leerlinggericht materiaal want die is de grootste belanghebbende. Maar de docent wordt met het materiaal wél bediend, in die zin dat hij het materiaal tot op detailniveau kan aanpassen naar eigen inzicht en zelf bepaalt hóe en wanneer hij welk deel van het materiaal inzet. De Stercollecties maken de rol van de docent juist gróter!

    Bovendien zijn Stercollecties geschikt voor gebruik op élk apparaat en in elke omgeving, methodeonafhankelijk gebaseerd op kerndoelen en eindtermen geschikt voor een activerende didactiek. Het materiaal biedt alles wat volgens Douna in het leermiddelen aanbod ontbreekt en met 83 Stercollecties (10 vakken) kan je nauwelijks spreken van ‘een zeer beperkte hoeveelheid lesmateriaal voor het vmbo’.

    Alleen de lesmethode ontwikkeld door (jawel) de auteur van het stuk ontsnapt aan de misère en gaat wèl uit van de docent. Zo kan ik ook een eigen initiatief promoten…..

  2. Dag Karen, Volgens mij ga je niet echt in op het verwijt van Cumulus dat jullie te weinig luisteren naar docenten. Uiteraard is dit verwijt snel gemaakt. Maar het is wel een opvatting die je vaker hoort. Het staat los van de vraag of jullie materiaal adaptief is. Overigens heb ik me in het verleden positief uitgelaten over VO-Content. Zoals je hebt kunnen lezen, sta ik ook niet volledig achter het initiatief van Cumulus. Maar ik vond het wel interessant genoeg om te vermelden.

  3. In het artikel lees ik dat Wilfred Rubens moeite heeft met de term “docent centraal” omdat het om de leerling gaat. Helemaal mee eens, maar “docent centraal” slaat hier dan ook niet op het gegeven dat de docent hier de belangrijkste persoon is. Nee, Cumulus is een platform waar een docent zijn inspiratie uit kan putten om zo een goede les neer te zetten. Dat kan van alles zijn, zowel docent gestuurd als een werkvorm die samenwerkend leren bevordert. Toegegeven, dat element kan nog beter in Cumulus – het is nu vooral nog een verzamelplaats van PowerPoints die de lesstof bevatten. Dat neemt echter niet weg dat Cumulus pas in de pilotfase zit. Nu al zitten er in de PowerPoints interactieve opdrachten verwerkt. Het concept leent zich heel goed om juist dit aspect in de toekomst verder te ontwikkelen.

    Leerlingen in de bovenbouw economie leren gaat bijna alleen maar als de docent sturend aanwezig is. Leerlingen fouten laat maken en hier op wijst. Economie is een moeilijk vak waarbij leerlingen wordt gevraagd iets over de wereld te zeggen waar ze zelf nog niet bij betrokken zijn (pensioenen, internationale handel, belastingen, conjunctuur, etc.). Zelfstandig werken laat leerlingen deze fouten niet ervaren.

    Andere werkvormen horen dus wel degelijk tot de mogelijkheden, maar altijd met een bepaald doel. In het economieprogramma is hier al rekening mee gehouden in de vorm van economische experimenten.

    Waar de kritiek van Henk Douna zich vooral op richt is dat uitgeverijen bepalen hoe een docent zijn lessen inricht, namelijk met programma’s die adaptief zijn en kinderen op die manier laten leren. Dit materiaal richt zich vaak op de onderbouw, maar ook dwingt het de docent zich alleen nog als coach op te stellen.

    Zoals met alles, er is niet één oplossing. Adaptief leerprogramma’s kunnen een aanvulling zijn op. Uitgeverijen moeten er echter voor zorgen dat docenten makkelijk materiaal kan vinden om een spetterende les neer te zetten. Vandaar dus de docent centraal. Die zet de leerling op zijn beurt weer op maat centraal.

  4. Dag Karen,

    Goed dat je een reactie schrijft. Ik denk dat discussie over dit onderwerp heel belangrijk is.

    Ik wil graag een paar dingen opmerken naar aanleiding van jouw reactie op mijn opiniestuk (https://medium.com/cumulus-economie/wat-adaptief-en-gepersonaliseerd-leren-49376521eab):
    1. Wikiwijs en VO-content worden in mijn opiniestuk niet geplaatst in het rijtje van de (adaptieve) digitale lesmethodes van de grote uitgeverijen. Ze worden beschreven als aparte initiatieven. Begin dit jaar ontving ik een bericht van jouw collega Janneke van Doren (VO-content). Ze was blij met het kritische geluid van Cumulus. “Dat houdt ons in ieder geval scherp”, schreef ze.
    2. Cumulus start met het vak economie voor havo/vwo en zoals je hebt kunnen lezen, slaat mijn opmerking over ‘een zeer beperkte hoeveelheid lesmateriaal voor het vmbo’ dan ook op het vak economie (http://www.vo-content.nl/stercollectie/economie).
    3. De opzet van jullie Stercollectie economie vmbo gaat uit van de zelfstandig werkende leerling. De modules zijn geschreven vanuit de leerling die door deze stof werkt. Kijk bijvoorbeeld hier: http://themas.studioeconomie.nl/view?repo=studiovo&comp=ec-b-thema-Arbeid-en-organisatie&subcomp=ec-b-thema-Arbeid-en-organisatie.
    Ik zie dat op veel plekken – onder het mom van technologische ontwikkeling – het idee van de zelfstandig lerende leerling opnieuw leven wordt ingeblazen. Ik geloof juist in een belangrijke rol voor de docent die kennis overdraagt, zeker voor leerlingen tussen de 12 en 18 jaar.

    Je merkt terecht op dat dit mijn mening is en dat ik hiermee mijn eigen initiatief promoot. Ik geloof dat het tijd is voor een nieuwe kijk op lesmethodes en een tegengeluid vanuit de docent. Zij geven dagelijks les.

    Mocht je verder willen praten over dit onderwerp, dan hoor ik het graag.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *