De beperkingen van learning analytics

Learning analytics heeft ongetwijfeld waarde. Maar we moeten het belang ervan niet overdrijven. Niet alles wat in het onderwijs belangrijk is, is volgens Dick van der Wateren namelijk meetbaar.

Bij learning analytics verzamelen en analyseren we grote hoeveelheden educatieve data. We proberen daarin patronen te herkennen en op basis daarvan feedback te geven op het leren, of zelfs voorspellingen te doen over zaken als uitval.

In ‘Big data en leesplezier‘ wijst Dick van der Wateren aan de hand van een nieuw analyse-instrument voor taalvaardigheid echter terecht op de beperkingen van het gebruik van grote hoeveelheden educatieve data voor het onderwijs. Hij stelt dat analyseinstrumenten voor taalonderwijs vooral gericht zijn op het meten van de woordenschat en spellingsvaardigheid.

Het belangrijkste doel van lees- en schrijfonderwijs zou volgens hem echter het bevorderen van leesplezier moeten zijn. Hoe meet je dat?

In Nederland scoren leerlingen volgens Van der Wateren over het algemeen best goed op technisch lezen. Echter, slechts 10% van de leerlingen beleeft plezier aan lezen.

De taaltoetsen die binnen het onderwijs worden gebruikt zijn volgens de auteur bovendien ook onvoldoende valide. De taalvaardigheid die wordt gemeten, is niet de minimale taalvaardigheid die nodig is om op school te functioneren. Daar komt bij dat taalachterstand vooral een sociaal probleem is, en geen onderwijskundig probleem. Al decennia lang blijken kinderen met een taalachterstand vooral afkomstig te zijn uit gezinnen met een lage sociaal-economische status.

Ondertussen ontstaat volgens Dick van der Wateren een lucratieve industrie op het gebied van testen, waarbij de uitkomsten in de VS worden gebruikt om docenten af te rekenen op hun onderwijs.

Het verzamelen van de juiste data en het correct interpreteren van uitkomsten van learning analytics is inderdaad van groot belang. Niet alle data die we binnen online applicaties voor leren verzamelen is van waarde. Het uit de context halen van data kan zelfs leiden tot Kafkaeske praktijken (Peter Sloep heeft daar m.i. als eerste op gewezen). Verder is een aantal belangrijke zaken niet alleen lastig te operationaliseren in meetbare variabelen, maar wellicht zelfs onmogelijk te operationaliseren.

Van der Wateren stelt dat het onderwijs niet alleen een kwalificerende functie heeft, maar ook een socialiserende functie en een functie op het gebied van persoonlijke vorming tot kritisch burger. Op deze laatste twee functies richten de meeste applicaties die we gebruiken om de voortgang van het leren te volgen, zich niet.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *