Gisteren vond de eerste Fronter-gebruikersdag voor het middelbaar beroepsonderwijs plaats. De organisatie (waar ik deel van uit maakte) had een aantal sleutelfiguren uit de deelnemende organisaties uitgenodigd om te luisteren naar een openingstoespraak en een afsluitende presentatie. Verder hadden we drie workshoprondes van vier sessies.
De presentatie waar ik het meest enthousiast van raakte was -godbetert- van één van de key users van mijn eigen instelling, Gilde Opleidingen.
Bert Utens is teammanager bij Zorg en Welzijn. Hij heeft het afgelopen jaar een groep van acht tweedejaars leerlingen binnen Fronter leerstof laten ontwikkelen over het ziektebeeld Reuma. Bert had vier leerlingen meegenomen die met hem de workshop verzorgden.
Opvallend gegeven: het ontwikkelen van dit materiaal maakte geen deel uit van het curriculum. Bert had de leerlingen op vrijwillige basis gevraagd mee te doen. Ze kregen er ook geen cijfer voor.
De leerlingen hebben zelf gezorgd voor een onderlinge taakverdeling. Doordat de ene leerling ICT-vaardiger was dan de ander, leverde men verschillende producten af. De inspanning van alle leerlingen was echter vergelijkbaar.
De leerlingen zijn gedurende een aantal weken (in totaal een uur of zes) erg enthousiast aan de slag gegaan met het verwerken van leerstof (uit boeken en via internet verzamelen van informatie en het in eigen woorden samenvatten er van), het maken van video's (wat zijn goede en foute behandelswijzen?) en het bedenken van betekenisvolle discussiestellingen en multiple choicevragen. De laatste twee leeractiviteiten vond men het meest complex. Het resultaat was een website binnen Fronter, die gedeeld kon worden met andere leerlingen. De leerlingen gaven aan het eindresultaat eigenlijk graag met meer mensen te willen delen (via internet).
De leerlingen vonden dit een motiverende manier van werken. Het liefste zou men vaker op deze manier met leerstof bezig zijn. Ze gaven ook aan er veel van geleerd te hebben (vooral van hun eigen taak). Als verbeterpunten gaven zij aan:
- Biedt vooraf een structuur aan, die meer handvatten biedt om te werken.
- Maak leerlingen wegwijs in de technische handelingen binnen Fronter (nu moest men veel zelf uitzoeken).
Wat mij betreft een mooi voorbeeld van co-creatie. Zelf heb ik nog als aandachtspunt: het leggen van meer nadruk op het ontwikkelen van synergie tussen de verschillende leerresultaten, aan het vergroten van de wederzijdse betrokkenheid van leerlingen om een gezamenlijk probleem ook echt samen op te lossen (samenwerkend leren in plaats van coöperatief leren). Ook zou ik deze manier van leren integreren in het curriculum.
Ik wist dat Bert met dit initiatief bezig was. Maar het ging voor mij echt leven toen ik zag en hoorde hoe enthousiast hij en zijn leerlingen met deze leeractiviteit aan de slag zijn gegaan. Petje af! Tevens zag ik heel veel van mijn opvattingen over motivatie in deze werkwijze terug.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Mooi verhaal. Een aantal jaren geleden hebben we met de CED-Groep ook wel eens een pilot gedaan op enkele basis- en vo-scholen. Leerlingen maakten zelf in groepjes lesstof zodat de rest van de klas daarmee kon leren. Dat deden ze met technologie (website, PowerPoint, weblog) maar soms ook anders (een bordspel). Opvallend was dat de leerlingen die de lesstof maakten, de stof beter beheersten dan de anderen die met die lesstof moesten leren. Voorwaarden: als leraar moet je wel goed je leerlingen kunnen begeleiden in deze manier van werken en leerlingen moeten goed weten wat van hen verwacht wordt. Ook is het handig om leerlingen vooraf tijd te geven om de techniek uit te proberen en ermee te ‘spelen’. Anders gebeurt dat tijdens het werken aan de opdracht en dat leidt af en kost veel tijd.
@Pavl: herkenbaar. Tijdens de sessie, gisteren, bleek ook dat begeleiding noodzakelijk was. Bijvoorbeeld bij de moeilijkere taken (zoals het bedenken van MC-vragen).