Gebruik van technologie voor leren: de volgende fase

Volgens Nancy White kunnen we meer doen dan technologie integreren binnen leersituaties. Zij spreekt daarom van ‘learning by design‘. Ik ben niet gelukkig met dit begrip, heb kritiek op de uitwerking, maar kan me wel vinden in het onderliggende uitgangspunt.

Wearble computing
Foto: IntelFreePress

Via een tweet van Robert Schuwer (@fagottissimo) ben ik op White’s blogpost terecht gekomen. Zij presenteert hierin een tabel waarin drie fasen van ICT in het onderwijs worden getypeerd.

In de eerste fase wordt technologie af en toe gebruikt. Het gebruik ervan moet zelfs worden ingepland (denk aan de computerlokalen op school). In veel gevallen is ICT ook doel op zich, en wordt ICT gebruikt om content en informatie te verstrekken. Technologie wordt ook gebruikt voor taken die een beroep doen op denkvermogens van een lagere orde.

In fase twee is sprake van integratie van ICT binnen leersitiaties. Het gebruik van ICT wordt dus doelgericht gepland (om bepaalde leerdoelen te bereiken). Online content wordt dan ingezet om lerenden meer te motiveren. Verder wordt ICT door lerenden gebruikt om te creëren en problemen op te lossen, voor kennisconstructie (gericht op denkvermogens van een hogere orde).

In de derde fase wordt het leren gepland, en wordt alomtegenwoordige en onzichtbare technologie als een natuurlijk iets gebruikt. Ook voor de transfer van het geleerde naar andere thema’s of vakgebieden. Soms gebruik je technologie, soms niet. Het bereiken van leerdoelen vindt plaats via actief leren, formatieve manieren van beoordelen en feedback. Content is niet zo belangrijk. Waar het om gaat zijn de mogelijkheden om verbindingen te maken tussen het geleerde en authentieke problemen. Ook nu wordt een beroep gedaan op denkvermogens van een hogere orde om authentieke problemen op te lossen.

Ik ben niet gelukkig met de term ‘learning by design‘. De term ‘by designbetekent in feite ‘zoals het bedoeld is’. Je gaat er dus in feite van uit dat een onderwijsontwerper leersituaties ontwerpt, waarin geleerd wordt op de manier waarop de ontwerper het bedoeld heeft. Zo werkt leren m.i. niet. Je creëert als ontwerper weliswaar een structuur, leerdoelen, leeractiviteiten en leerinhouden. Daarbinnen is echter ruimte voor ’toevallig’ leren of eigen initiatieven om doelen te formuleren of leeractiviteiten te ontplooien. Ook heeft ‘learning by design‘ eigenlijk niets te maken met ICT.

Bovendien ben ik niet gelukkig met de wijze waarop White actief leren via authentieke problemen, waarbij formatief beoordelen en feedback een belangrijke rol spelen, lijkt voor te behouden aan de laatste fase. Ik vind dat niet reëel. Ook in de eerste twee fasen kan sprake zijn van het werken aan realistische problemen, en aan kennisconstructie.

De onderverdeling zou zich wat mij betreft moeten richten op de wijze waarop technologie ten behoeve van leren wordt gebruikt, en de wijze waarop ICT deel uit maakt van het curriculum.

Ik geef de voorkeur aan de term ‘seamless technology‘ in plaats van ‘learning by design‘ om de volgende fase van het gebruik van ICT voor leren te benadrukken. In deze fase is het gebruik van technologie de gewoonste zaak van de wereld. Je past het toe als je het wilt gebruiken. Het gebruik ervan behoeft geen speciale aandacht. Je kunt het dan vergelijken met stroom uit een stopcontact of water uit de kraan.

Een mooi streven. Helaas zijn we zo ver nog niet. Dat heeft voor een groot deel te maken met de technologie zelf, en met onze deskundigheid om ICT te gebruiken alsof het water uit de kraan was.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *