James Manyika en Martin Neil Baily van McKinsey vragen zich af waarom ‘ontwrichtende technologie’ de economie nog niet uit het slop heeft geholpen. Deze vraag impliceert een autonome invloed van ICT in het algemeen, dus ook op onderwijs.
Hebben nieuwe technologieën nog wel het vermogen om groei te stimuleren? Economisch welvarende landen hebben immers technologieën omarmt zoals mobiele internetdiensten, big data en cloud computing. Desalniettemin is er nog geen sprake van economische groei, maar wel van een ernstige recessie met hoge werkloosheid.
De oorzaken van deze crisis hebben volgens de auteurs echter diverse oorzaken, zoals de gebrekkige consumptie, maar ook de vervanging van laaggeschoold werk door automatisering. Zij geloven echter dat ICT op de lange termijn productiviteit en groei zal blijven bevorderen. Sinds de industriële revolutie is dit patroon volgens hen zichtbaar:
Today, we see a dozen rapidly-evolving technology areas that have the potential for economic disruption as well in the next decade. They fall into four groups: IT and how we use it; machines that work for us; energy; and the building blocks of everything (next-gen genomics and synthetic biology).
Manyika en Baily voorspellen dat deze nieuwe technologieën zullen leiden tot transformaties op diverse terreinen. Daarbij noemen zij autonoom bestuurde voertuigen en kunstmatige intelligentie als voorbeelden. Je kunt alleen niet voorspellen wanneer transformaties plaats zullen vinden. Ook erkennen zij de vele ‘uitdagingen’ op dit terrein, al blijven zij voor de lange termijn optimistisch gestemd (nieuwe ronden, nieuwe kansen). Het betekent onder meer wel dat wekgevers en werknemers zullen moeten werken aan hun ICT-bekwaamheden.
Wat mij hierbij opvalt, is de veronderstelde autonome invloed van technologie op de manier waarop wij werken en leven. In hun boek ‘Jongens zijn slimmer dan meisjes‘ concluderen Pedro De Bruyckere en Casper Hulshof in elk geval dat nieuwe technologie geen revolutie in het onderwijs te weeg zal brengen.
Voor mij is ICT meer dan een middel. Technologie kan leeractiviteiten mogelijk maken die zonder ICT niet uitgevoerd zouden kunnen worden. De online masterclasses van de Open Universiteit zijn daar een voorbeeld van. Dankzij breedband en sterk verbeterde mogelijkheden om online video te gebruiken, kunnen deze online masterclasses georganiseerd worden (en zo’n tien jaar geleden niet).
Dat is echter wat anders dan een autonome invloed van ICT. Volgens mij kijken R&D-afdelingen van innovatieve bedrijven ook vooral naar technologie als ‘enabler‘. ‘Big data’ en andere nieuwe technologieën worden pas omgezet in toegevoegde waarde voor organisaties en/of individuen door menselijk handelen. Het zijn ook mensen die verantwoordelijk zijn voor eventuele kwalijke gevolgen, of juist voor innovaties met een positieve impact op onze samenleving (al zijn gevolgen niet altijd bij de lancering van nieuwe technologie te overzien).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie