In deze achtse bloemlezing over Massive Open Online Courses (MOOC) besteed ik aandacht aan artikelen die ingaan op de gevolgen voor de toegankelijkheid van het onderwijs, en op de impact van MOOC’s op open courseware.
- Inge de Waard (aka Ignatia) gaat in een al wat oudere blogpost in op de didactiek van het Britse MOOC-initiatief Futurelearn. Vanaf het begin houdt men rekening met mobiel gebruik, worden kleine hoeveelheden content aan leeractiviteiten gelinkt (voor een dieper begrip), maakt men gebruik van beloningen gericht op vooruitgang en houdt men rekening met de ervaringen opgedaan met online leren. Eén van de uitdagingen is overigens het beschikbaar stellen van kwalitatief goede content, schrijft Inge. Die is niet altijd vrij toegankelijk.
- Welke impact hebben MOOC’s voor open courseware initiatieven als dat van MIT? Is de belangstelling voor open courseware toegenomen, of is sprake van een ‘kanibaliserend effect’? Deze vraag stelt Audrey Watters. Volgens haar kan het daarbij nog alle kanten opgaan. De site van MIT Courseware heeft in 2012 in elk geval meer dan 22 miljoen bezoekers getrokken (een groei van 25% ten opzichte van 2011). Ook andere open courseware initiatieven rapporteren groei. Bovendien, stelt Watters, leiden MOOC’s zelf ook tot een toename van open educational resources, al is de content van MOOC’s niet per definitie volledig ‘open’.
- Jessica Leber schrijft over MOOC’s als middel voor democratisering van het hoger onderwijs. Daarbij doelt zij op het vergroten van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor studenten in ontwikkelingslanden. Uiteraard stelt zij het belang van het localiseren van de cursussen aan de orde (zodat dominantie van Westerse culturen voorkomen kan worden). Het feit dat MOOC’s ook door universiteiten uit andere landen verzorgd gaan worden, kan dat volgens Leber helpen voorkomen. Verder zou het schelen als materialen gedownload kunnen worden (breedband internet is mondiaal gezien nog niet alomtegenwoordig). Ook kan de toegankelijkheid worden vergroot doordat edX haar software als open source beschikbaar gaat stellen. Je hebt uiteraard wel nog programmeurs nodig voor maatwerkoplossingen. Microsoft werkt in India al samen met universiteiten om MOOC’s te ontwikkelen. In Rwanda is een universiteit in oprichting die uitsluitend gaat werken met MOOC’s. Studenten zouden maximaal 1500 dollar per jaar kwijt moeten zijn om aan die univeristeit te kunnen studeren, en uiteindelijk zelfs met een diploma kunnen vertrekken. Voor de meeste Rwandezen is dit relatief lage bedrag uiteraard ook onbetaalbaar. Mondiaal erkende certificaten zijn ook een belangrijk aandachtspunt, stelt Leber.
- Gartner heeft ook gesteld dat elke nieuwe technologie via een hypecycle beschreven kan worden. Les Schmidt heeft deze hypecycle toegepast voor MOOC’s. Na de fase van hooggespannen verwachtingen, zal het stadium van desillusie worden bereikt. Opvallend: hij beschrijft geen kenmerken van het plateau van productiviteit. Zouden MOOC’s het dal van desillusie niet verlaten?
- In een wat cynische blogpost schrijft Laurie Essig dat Massive Online Open Administrations het Amerikaanse hoger onderwijs pas echt goedkoper kunnen maken. Centraliseer en automatiseer dus bestuur en administratie, en het onderwijs wordt veel efficiënter: je hebt minder bestuurders nodig en er wordt minder vergaderd.
- In mijn zevende MOOC-bloemlezing heb ik aandacht besteed aan een enquête van The Chronicle of Higher Education onder docenten, die een MOOC hebben verzorgd. Ik concludeerde dat MOOC’s veel voorbereiding vergen, maar dat betrokken docenten over het algemeen enthousiast zijn. Voor Justin Marquis is het glas overduidelijk half leeg. Hij concludeert dat docenten denken dat MOOC’s overall niet zullen leiden tot goedkoper onderwijs, en dat MOOC’s leiden tot een hogere werkdruk voor docenten: in bijna 80% van de gevallen hielden de MOOC’s docenten af van hun andere werkzaamheden. Dat is niet vol te houden, concludeert hij. Volgens hem zijn er grosso modi vijf redenen waarom docenten een hekel zouden moeten hebben aan MOOC’s. In de eerste plaats is het volgens hem onmogelijk om met duizenden studenten een interactieve cursus te organiseren. Het massale karakter intimideert volgens hem. De tweede reden is dat de meeste docenten geen gelegenheid hebben om zich te verdiepen in technologie om MOOC’s te verzorgen. Op de derde plaats krijg je te maken met veel onzekerheid, met een zwart gat. Het is niet bekend wat MOOC’s zullen betekenen voor de docenten. Reden vier is volgens Marquis dat MOOC’s een didactische verarming betekenen van het onderwijs. De laatste reden voor verzet tegen MOOC’s is dat deze cursussen ‘opium van het volk’ zijn.
A substandard educational alternative meant to appease the poor, uneducated masses who are clamoring for equal opportunities and societal equality as seen in the 99% movement and the Occupy Education movement.
Docenten zouden zich tegen deze onrechtvaardigheid moeten verzetten.
Het is opvallend dat criticasters als Marquis zo weinig vertrouwen hebben in het verrmogen van onderwijsinstituten en docenten om didactische tekortkomingen van MOOC’s aan te pakken. De kwaliteit van de cursussen (in relatie tot het massale karakter) en een gezond verdienmodel zijn wat mij betreft in elk geval kritische succesfactoren die er voor moeten zorgen dat MOOC’s straks het dal van desillusie zullen verlaten. Verder valt op dat MOOC’s gezien worden als middel om hoger onderwijs toegankelijk te maken, en als instrument voor ‘elitisering’ van het onderwijs. Ik hoop het eerste, maar durf daar geen voorspellingen over te doen.
Zie ook:
- Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 1
- Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 2
- Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 3
- Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 4
- Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 5
- Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 6
- Bloemlezing MOOC-artikelen, deel 7
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie