Van uit pedagogisch-didactisch oogpunt zijn massive open online courses waarschijnlijk geen indicatie van onderwijsinnovatie. Maar als je deze trend vanuit een ander perspectief bekijkt, kom je mogelijk tot andere conclusies. Het Nederlandse hoger onderwijs doet er daarom goed aan mee te bewegen op dit terrein. En volgens mij gaat dat ook gebeuren.
Volgens Andy Oram vormen massive open online courses (MOOC’s) geen indicatie van een evolutie in het onderwijs. Hij vergelijkt de MOOC’s met de begintijd van de film: het waren opgenomen toneelstukken. Pas later is men gaan ontdekken wat de mogelijkheden van het nieuwe medium film daadwerkelijk waren.
Volgens hem zijn twee andere ontwikkelingen veel eerder een indicatie van onderwijsveranderingen:
- Do It Yourself cursussen: cursussen waarbij lerenden een grote mate van zelfverantwoordelijkheid dragen voor hun leerproces, en leren via co-creatie (ook dankzij 3D printers).
- Peer-to-peer leren: hierbij vindt leren vooral informeel plaats, en leert men minder van zogenaamde experts maar vooral van en aan elkaar. Wikipedia is daar een voorbeeld van.
Volgens Oram leidt deze manier van leren tot de echte uitdaging van onderwijsinstituten:
How do you mobilize a whole community to educate each other, while maintaining the value of expertise?
Het gaat volgens Oram om het aanboren van expertise, en het ontwikkelen van aanvullende diensten met waarde. Content op zich heeft namelijk geen waarde, omdat deze in overvloed beschikbaar is. Experts zijn dan nog steeds cruciaal voor onderwijs, maar niet om informatie te zenden.
Oram focust in zijn bijdrage heel duidelijk op pedagogisch-didactische vernieuwingen. Vanuit dat perspectief heeft hij gelijk dat de commerciële MOOC’s geen indicatie van een onderwijsverandering zijn.
Dit concept kan echter wel op andere manieren ontwrichtend werken. Wat te denken van de gevolgen voor bestaande niet-elite onderwijsinstellingen, als certificering van MOOC’s door commerciële mediabedrijven als Pearson maatschappelijk erkend worden? De impact van Do It Yourself cursussen en Peer-to-peer leren voor het business model van onderwijsinstellingen is waarschijnlijk veel geringer.
Mijn collega’s Fred Mulder, Ben Janssen en Robert Schuwer hebben ook oog voor de beperkingen van MOOC’s (zoals het risico op vercommercialisering van het onderwijs en het oneigenlijk gebruik van verzamelde data), maar beschouwen dit fenomeen ook
als een belangrijke change agent in een proces dat nog maar een jaar op gang is.
Zij stellen dat er op het gebied van beleid ten aanzien van ‘open education’ nog veel te doen is. Als MOOC’s onderwijsinstellingen ‘een schop onder hun kont’ geven (mijn woorden), dan is dat toe te juichen, schrijven zij terecht. Marco Derksen vraagt zich af of het Nederlandse Onderwijs zit te slapen. Zo erg is het wat mij betreft niet.
Bij onder andere de Open Universiteit werkt men al langer met open educational resources, en met het leertraject proberen we ook een nieuw product aan te bieden ten behoeve van een doelgroep die niet via de traditionele cursus of opleiding wil leren. Het platform OpenU is op zich ook geschikt om MOOC’s mee te organiseren. Een online masterclass over tablets in het onderwijs met meer dan 400 deelnemers (dit najaar uitgevoerd) is ook al behoorlijk ‘massaal’, al is een masterclass geen cursus.
Over ‘echte’ MOOC’s wordt nagedacht. Best belangrijk bij een echte ‘change agent’. Het gaat er niet om de eerste te zijn, maar om een dergelijke vernieuwing tot een daadwerkelijke leerervaring voor organisaties te maken. Daarbij zal wel, mag ik hopen, een ander didactisch concept worden toegepast. Zodat een MOOC ook een pedagogisch-didactische verandering is.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie