Marjolein Caniëls en Paul Kirschner van de Open Universiteit geven in deze presentatie een inkijk in de stand van zaken met betrekking tot informeel leren in Nederland. Zij definiëren informeel leren als leren van dagelijkse activiteiten (werk, gezin, vrije tijd), niet gestructureerd (in termen van leerdoelen, leertijd en/of ondersteuning), en niet gecertificeerd.
De onderzoeksvragen zijn:
- What is the state of affairs of informal learning in the
Netherlands? More specifically, what are the current forms,
contents and outcomes of the array of informal learning
activities of Dutch adults?- How have the outcomes of informal learning been used in the
learner’s paid and/or unpaid work, and were the outcomes
valorised?- What factors hamper informal learning as perceived by Dutch
adults? What barriers do they feel keep them from engaging in
informal learning?
Door middel van een online vragenlijst met een respons van 520 personen, proberen de auteurs deze vragen te beantwoorden. Enkele opvallende resultaten zijn:
- Hoe jonger mensen zijn, des te vaker doet men aan informeel leren. Er is ook een positief verband tussen de hoogte van het opleidingsniveau en de mate waarin respondenten aangeven informeel te leren.
- Er is geen verband tussen de hoeveelheid tijd dat men werkt, en de mate waarin men informeel leert.
- Meer dan 80% van de respondenten vindt dat zij hun werk beter uitvoeren dankzij informeel leren. Bijna 57% vindt dat men dankzij deze manier van leren nieuwe taken op hun werk beter uitvoeren.
- Het aantal respondenten dat antwoord geeft op de vraag naar belemmeringen voor informeel leren, is vrij gering (180). De belemmering die met kop en schouders boven de rest uitsteekt, is een gebrek aan tijd.
Volgens mij is het voor het eerst dat op deze manier onderzoek is gedaan naar informeel leren. Het meest opvallende vind ik dat de hoeveelheid werk niet van invloed is op de mate van informeel leren. Werk leidt schijnbaar niet automatisch tot de behoefte om informeel te leren. Er zou wat mij betreft meer onderzoek gedaan mogen worden naar de relatie tussen het type werk, en informeel leren.
Opvallend is m.i. ook dat minder respondenten informeel leren toepassen om nieuwe taken uit te voeren, dan om hun bestaand werk te doen. Grijpt men bij nieuw taken liever terug op formeel leren?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Waardevol. al is het erg jammer dat maar weinig respondenten de enquete invulden. Als ik niet informeel geleerd had zou ik hier niet zitten reageren: dankzij de mogelijkheden van informeel leren heb ik mijn expertise kunnen verdiepen en mag ik taken uitvoeren waar ik niet formeel toe opgeleid ben.
Ik wijs ook de jongeren waarmee ik werk op het belang van hun sociale contacten om aan allerlei voor hun doelen geeigende kennis te komen, en moedig ze ook aan er via het web gebruik van te maken. Soms levert dat wat op, maar zeker in de sfeer van sfeer van de bouwopleidingen is een behoorlijk probleem dat het wel gebeurt, maar dat daarover niet gecommuniceerd wordt. Daar heb ik in ieder geval nog een uitdaging, die direct verband houdt met de hoge drempel die schrijven met zich brengt. Hoe zou dat zitten met de mensen die niet gereageerd hebben?