De lerende als actieve actor

Gisteren schreef ik over de romantici van het behavioursme: degenen die kritiek hebben op onderwijsvernieuwing en terug lijken te willen naar frontaal-klassikaal onderwijs. Een doodlopende weg, lijkt me.

Aan de andere kant hebben onderwijsvernieuwers dit ook wel wat aan zichzelf te danken. Deels uit commerciële overwegingen (‘ons bureau moet zich onderscheiden van anderen’) werden steeds nieuwe ‘concepten’ als natuurlijk leren bedacht.

Maar waar het natuurlijk om gaat is dat we kijken naar principes van effectief leren. En dat is niet het houden van een monoloog van 45 minuten (zoals zo vaak gebeurde). Als je naar naar diverse leertheorieën kijkt dan delen deze één gemeenschappelijke notie: "the learner as active agent in the learning process", zoals Diana Laurillard het noemt. En vertaal dit vervolgens in principes voor effectief onderwijs, zoals:

  • Erken dat lerenden in verschillende situaties leren (niet alleen op school) èn gebruik deze leerervaringen ook binnen je onderwijs.
  • Richt leren zodanig in dat het een sociaal proces is, dat men in interactie met anderen leert.
  • Zorg er voor dat lerenden actief leren, niet alleen consumeren maar ook produceren.  En stel hen in staat datgene wat ze hebben gemaakt, ook uit te dragen.
  • Sluit aan bij verschillende interessen, belevingswerelden, leerwensen en capaciteiten van lerenden. Er is geen sprake van "one size fits all". Differentieer, differentieer, differentieer…
  • Werk met complexe, realistische taken (die lerenden wel net aankunnen).
  • Stel lerenden in staat om in eigen tempo te leren
  • Maak gebruik van materiaal dat uitdaagt, uitnodigt tot interactie, waar lerenden plezier aan beleven.
  • Zorg voor een match tussen leerdoelen en werkvormen/aanpakken/activiteiten. Als je bijvoorbeeld iets nieuws wilt introduceren, en lerenden hebben nauwelijks voorkennis, dan is instructie helemaal niet slecht. Maar instrueer niet langer dan 20 minuten. Laat lerenden daarna wat anders doen.
  • Zorg voor afwisseling in werkvormen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Doet me denken aan ongeveer 1990: Ginjaar-Maas introduceert eerste contouren Tweede fase en maakt bekend dat we voortaan rekening moeten houden met verschillen in leerlingen én dus in aanpak: meer zelfstandigheid; meer verantwoordelijkheid voor de leerling (de zaal siddert)
    Doet me ook denken aan 1996: De school waar ik toen werkte besluit Daltonschool te willen worden.”Vrijheid in gebondenheid”, meer verantwoordelijkheid, andere aanpak, activerende didactiek enz enz.
    Kortom, het is niet zo gek dat men terugkijkt: ook toen was men niet tevreden en wilde men alles anders!. Echter, het is er nooit goed van gekomen.
    Overigens, aan de leerling wordt weinig gevraagd. Er zijn er toch die het gewoon fijn vinden als de docent een goed, gedegen verhaal vertelt, goede instructies geeft, een “vaste” (herkenbare)werkvorm hanteert en niet ,zoals mijn zoon zegt, “zo soft is”

  2. Aan leerlingen die het “gewoon fijn vinden als de docent een goed, gedegen verhaal vertelt” etc zou ik willen vragen:
    – Weet je dat je maar ongeveer 5% van dat gedegen verhaal onthoudt?
    – Denk je echt dat je van een dergelijk verhaal leert zelfstandig, ondernemend, creatief, nieuwsgierig, kritisch of communicatief te worden?
    – Denk je dat je via zo’n verhaal leert samen te werken?
    – Denk je via zo’n verhaal in staat bent later actief kennis te verwerven en ontwikkelen?
    Met andere woorden: een automonteur vraagt aan mij toch ook niet hoe h/zij mijn auto moet repareren?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *