Tijdens de openingssessie van de Online Educa 2007 trok Andrew Keen weer fel van leer tegen web 2.0. Niet zo zeer tegen de technologieën op zich ("I am not a luddite"), maar tegen de ideeën achter web 2.0. Keen is van mening dat het concept waarbij iedereen gemakkelijk op internet kan publiceren zonder tussenkomst van experts, zal leiden tot een "democratisation of idiocy". Keen gaf als voorbeelden Google (de werkwijze van deze zoekmachine leidt er toe dat de populairste bronnen worden gevonden, niet de beste bronnen) en Wikipedia (er is meer informatie te vinden over Pamela Anderson dan over Jeanne d’Arc; niemand bepaalt bij Wikipedia wat belangrijker is). Op deze manier verwordt het internet volgens Keen tot een "place of ignorance instead of knowledge". Bloggers vergeleek hij met apen die elkaar napraten en troep produceren…..
Hij pleitte daarom voor het opnieuw waarderen van autoriteit. Verder vond Keen het belangrijk dat binnen het onderwijs aandacht wordt besteed aan mediawijsheid (leer het kaf van het koren te onderscheiden). Ook zouden hoogleraren meer online moeten publiceren, zodat kwalitatief goede content online staat.
Keen’s stijl was provocatief en erg belerend ("hij is een dominee", sprak mijn buurman). Daarbij steekt hij niet onder stoelen of banken dat hij jaloers is op de oprichters van Google die wèl rijk zijn geworden van internet (Keen’s internetbedrijven hebben schijnbaar geen kapitalen opgeleverd). Keen’s voorbeelden zijn niet altijd even sterk (hij heeft m.i. bijvoorbeeld een veel te rooskleurig beeld van journalisten als producenten van zorgvuldig geschreven informatie). En bovendien is het niet moeilijk er meer positieve praktijken tegenover te stellen (denk aan het zelfreinigend vermogen van Wikipedia of aan de bekende vergelijking van het tijdschrift Nature tussen Wikipedia en de Online Brittanica). Maar zijn pleidooien voor mediawijsheid in het onderwijs en het online publiceren door professoren, onderschrijf ik van harte.
De andere keynotes waren niet zo spraakmakend als de toespraken van Mitra of Keen, maar zeker niet slecht. De Ghanese hoogleraar Menza vertelde vooral over de ontwikkeling van zijn land richting kennissamenleving en de beleidsspeerpunten die daar aan moeten bijdragen. Onderwijs, ICT en ICT-vaardigheden spelen daar een belangrijke rol bij. Hij benadrukte ook het belang van lokale inkleuring van digitale content. Daarmee impliciet een beperking aangevend van Open Educational Resources.
De Vlaamse minister voor innovatie, Patricia Ceijsens, gaf haar visie op de ontwikkeling richting kennissamenleving en de rol van e-learning daarbij. Zij gaf aan dat innovatie, mentaliteitsverandering en ondernemerschap cruciaal zijn, en het onderwijs zou zich daar ook op moeten richten. Verder ging zij in op de gevolgen van vergrijzing en het belang om meer vrouwen actief te krijgen op de arbeidsmarkt. Ceijsens denkt dat e-learning daar een essentiële rol bij heeft. Met e-learning kun je beter rekening houden met diverse leerbehoeften van ouderen. Werken, leren en zorg kunnen beter gecombineerd worden omdat lerenden beter in staat zijn te leren wanneer het hen goed uitkomt. Uiteraard zijn er ook beperkingen in relatie tot ouderen en e-learning, en blijkt het voor ouders vaak lastig om tijd vrij te maken en gelegenheid te krijgen om thuis aan e-learning te doen.
Verder benadrukte zij dat ICT in het onderwijs voor kinderen rekening moet houden met:
- Individuele benadering (rekening houden met verschillende behoeften, NIET individueel leren)
- Interactiviteit
- Interculturaliteit
Tenslotte hield Ceijsens een pleidooi voor passie en dromen in het onderwijs. Als mensen een passie of droom hebben, zijn ze gemotiveerd om te leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
”…Ook zouden hoogleraren meer online moeten publiceren, zodat kwalitatief goede content online staat.”
Met deze uitspraak ben ik het (met Keen) eens. Bij de non-profit Stichting Waarborg consument en Recht hebben wij ook last van het fenomeen dat niet elke jurist of advocaat bereid is zijn kennis en kunde openbaar te maken. Daardoor is rechtshulp voor vele consumenten en ondernemers helaas niet beschikbaar. Op dit moment bouwen wij op onze site http://www.geschilonline.nl aan een publiek toegankelijke database. Graag nodig ik iedereen uit hier een kijkje te nemen en een comment achter te laten.
Waarvoor dank.
Ronald Scheer