In Three Generations of Distance Education Pedagogy houden Terry Anderson en Jon Dron van de Canadese Open Universiteit drie generaties ‘didactiek van afstandsleren’ tegen het licht van het community of inquiry model. Dit model stelt dat drie elementen van belang zijn bij leren:
- Coginitive presence: proces van kritisch denken, het construeren van betekenis door middel van reflectie en discours.
- Social presence: het vermogen van lerenden om zich door middel van communicatie sociaal en emotioneel uit te drukken.
- Teaching presence: het ontwerpen, faciliteren en helpen richting geven aan cognitieve en sociale processen zodat leerdoelen worden behaald.
In hun bijdrage onderzoeken Anderson en Dron de cognitivistisch-behaviouristische didactiek, de sociaal-constructivistische didactiek, en de didactiek van het connectivisme (‘pedagogy‘ moet je in dit verband met didactiek vertalen). Daarbij kijken zij ook naar de invloed van technologie op deze ‘didactieken’.
Zij stellen ook dat technologie en didactiek met elkaar verweven zijn:
the technology sets the beat and creates the music, while the pedagogy defines the moves.
Bij afstandsleren kon communicatie tussen lerenden en docenten worden toegepast toen technologie dit mogelijk maakte.
In hun paper bespreken Anderson en Dron eerst de kenmerken van elke ‘generatie didactiek’. Vervolgens besteden zij aandacht aan coginitive presence, social presence en teaching presence binnen de drie generaties.
Zij concluderen bijvoorbeeld dat binnen cognitivistisch-behaviouristische modellen er geen aandacht is voor social presence. De nadruk ligt op individueel leren, wat kan leiden tot ‘eenzaam leren’ (met uitval als gevolg). Bij sociaal-constructivistische modellen is onder meer sprake van een beperkte invulling van teaching presence:
teaching presence in constructivist pedagogical models focuses on guiding and evaluating authentic tasks performed in realistic contexts.
Beoordelingen zijn binnen deze modellen complex uit te voeren.
Binnen de connectivitische didactiek is volgens de auteurs wat betreft social presence vaak wel sprake van reflectie van opvattingen van de groep, maar ontbreekt het aan een daadwerkelijke dialoog. Verder maakt het gebruik van diverse tools teaching presence nogal ingewikkeld.
Per model vatten de auteurs ook de sterke en zwakke kanten samen. Zij concluderen:
We conclude by arguing that all three current and future generations of DE pedagogy have an important place in a well-rounded educational experience. (…) Even when learning relies on entirely social interactions, the various parties involved may communicate knowledge more or less effectively. It is clear that whether the learner is at the centre or part of a learning community or learning network, learning effectiveness can be greatly enhanced by applying, at a detailed level, an understanding of how people can learn more effectively: Cognitivist, behaviourist, constructivist, and connectivist theories each play an important role.
Het mooie aan deze bijdrage is het gebruik van het community of inquiry model als reflectieinstrument voor didactische modellen, waarbij de sterke en minder sterke kanten van de benaderingen aan het licht komen. Verder biedt het paper een goed overzicht van de verschillende benaderingen van afstandsleren. De samenvattende tabel aan het eind is erg handig.
Problematisch vind ik het gebruik van het begrip ‘pedagogy‘. In feite gaat het over theorieën, benaderingen, over leren en niet over didactiek. Daarnaast verbaast het mij dat de auteurs het cognitivisme en behaviourisme op één hoop gooien, en dat zij het recente connectivisme dezelfde status geven als cognitivisme en sociaal-constructivisme. Het connectivisme wordt m.i. nog te beperkt gepraktiseerd en is te recent van aard om als aparte leertheorie aangemerkt te worden. In feite bevestigen de auteurs dit bezwaar als zij schrijven:
Connectivist models are more distinctly theories of knowledge, which makes them hard to translate into ways to learn and harder still to translate into ways to teach.
Tenslotte zijn Anderson en Dron niet altijd even consequent in hun terminologie (sociaal-constructivisme en constructivisme worden bijvoorbeeld door elkaar gebruikt).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie