Trends in e-learning

(Dit artikel is vandaag verschenen op FrankWatching)

Vlak voor de jaarwisseling beschreef Floris Vlasveld op Frankwatching zes trends in e-learning. Volgens Wilfred Rubens, adviseur en edublogger, is er wel wat af te dingen op deze trends. Wat zijn volgens hem de belangrijkste trends op het gebied van e-learning?

Trends zijn lange termijnbewegingen op een bepaald gebied. Op een gegeven moment wordt een trend ‘mainstream’, en is geen sprake meer van een trends (dat is volgens mij met ‘blended learning’ het geval). Trends kunnen ook veranderen, verdwijnen of weer terugkeren. In vergelijking met een hype, ontwikkelt een trend zich meer geleidelijk en is een trend ook duurzamer.

De term ‘e-learning’ -leren met behulp van internettechnologie- bestaat inmiddels zo’n tien jaar. Ondanks deze relatief korte periode heeft e-learning behoorlijk wat trends meegemaakt. Deze ontwikkelingen komen voort uit maatschappelijke veranderingen, andere opvattingen over en inzichten in leren, en technologische innovaties.

In deze bijdrage wil ik zeven e-learning trends kort bespreken, die volgens mij op dit moment het belangrijkste zijn.

E-learning 2.0

E-learning 2.0 is de verzamelnaam voor vormen van e-learning waarbij de lerende zelf meer ‘in control’ is. De lerende speelt zelf een actieve rol bij het leren (produceert ook leerstof), leert samen met anderen en bepaald ook mede wat en hoe er geleerd wordt. De belangrijkste reden dat ‘e-learning 2.0′ aan populariteit wint, heeft te maken met veranderende opvattingen over leren. Leren wordt steeds vaker gezien als een sociaal proces. De vraagstukken waar menig organisatie mee te maken heeft vereisen dat medewerkers van verschillende disciplines met elkaar samenwerken, en samen oplossingen bedenken en doorvoeren. Web 2.0-technologieën maken dit samen werken en samen leren mogelijk.

Binnen het (hoger) onderwijs wordt al langer op deze manier geleerd (hoewel nog niet op zeer grote schaal). Binnen het bedrijfsleven is pas recenter aandacht voor deze manier van leren.

Informeel leren

Veel van ons leren gebeurt op een informele manier, waarbij lerenden zelf het initiatief nemen om te leren, zelf leerdoelen formuleren en leeractiviteiten organiseren. Vaak gebeurt dit ook spontaan. Verschillende onderzoeken laten zelfs zien dat binnen organisaties er meer wordt gedaan aan informeel leren dan aan formeel leren (de georganiseerde opleidingen, cursussen en trainingen). In toenemende mate wordt ook aandacht besteed aan informele vormen van e-learning, en wordt dit ook vaker als belangrijk fenomeen erkend. Binnen het midden- en kleinbedrijf wordt bijvoorbeeld veel aan informeel leren gedaan, ook met behulp van ICT. Google zou wel eens de meest gebruikte e-learning applicatie binnen het midden en kleinbedrijf kunnen zijn. De focus van informeel leren ligt veelal op leren op de werkplek. Mede dankzij de opkomst van web 2.0 is er ook steeds meer aandacht voor leren binnen virtuele netwerken, met de wisdom of crowd vermoedelijk als meest extreme vorm. Binnen bedrijven wordt web 2.0 echter nog steeds op relatief geringe schaal gebruikt (dus ook voor leerdoeleinden). Maar de trend is onmiskenbaar aanwezig.

Mobile learning

Voor veel werknemers is het belangrijk om ‘just in time’ informatie te kunnen raadplegen, verwerken en toepassen. Ook is het voor medewerkers van groot belang om permanent collega’s plaatsonafhankelijk om advies te kunnen vragen, als men bezig is complexe vraagstukken op te lossen. Draadloze en mobiele technologie maakt dit mogelijk. Daarom is de verbeterslag die deze technologie de laatste jaren doorgemaakt heeft ook van groot belang voor e-learning. Je ziet dan ook dat mobile learning volwassen wordt, en in toenemende mate wordt toegepast.

Open education

Steeds vaker wordt erkend dat kennis pas vermeerdert als je het deelt. Je ziet dan ook dat vooral instellingen voor hoger onderwijs er toe over gaan om hun leerstof vrij beschikbaar te stellen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om artikelen of readers, maar bijvoorbeeld ook om opgenomen hoorcolleges.

Daarnaast is er op het gebied van e-learning ook steeds vaker sprake van open standaarden, die het mogelijk maken om data tussen verschillende e-learning applicaties uit te wisselen (denk aan toetsresultaten).

Open ID stelt gebruikers in staat met één digitale identiteit in te loggen bij en gebruik te maken van verschillende web 2.0-toepassingen. Ook op het gebied van e-learning gaat deze ontwikkeling een rol spelen. Dat betekent dat lerende met zijn digitale identiteit kan inloggen bij verschillende e-learning systemen, van verschillende organisaties. Hierdoor kunnen persoonlijke leertrajecten gemakkelijker worden gerealiseerd.

Tenslotte rukt ook open source software op het gebied van e-learning op.

Deze vier factoren leiden dan ook tot vierde trend: ‘open education’.

Persoonlijke leeromgevingen

De lerende moet zich eigenaar voelen van zijn eigen leerproces. Dat is essentieel voor de motivatie om te leren. Dat betekent dat meer rekening gehouden moet worden met de ambities van de lerende, met zijn leerervaringen en leervoorkeuren. Verder wordt steeds vaker erkend -zie hierboven- dat een lerende ook op een meer informele manier leert, in communities of netwerken. De lerende maakt hiervoor niet alleen gebruik van applicaties die de organisatie aanbiedt, maar ook van eigen applicaties. Mash up technologie maakt het mogelijk al deze applicaties samen te brengen in één persoonlijke leeromgeving.

Deze manier van ‘personaliseren’ betekent overigens niet dat de lerende alleen leert (dat gevoel krijg ik bij Floris Vlasveld’s beschrijving van self-service learning). Via een persoonlijke leeromgeving werkt de lerende aan zijn persoonlijke leerdoelen, door ook samen met anderen te leren. De leerdoelen zijn overigens het resultaat van een dialoog tussen de lerende en diens begeleider. Slechts weinig lerenden zullen immers in staat zijn zelfstandig een leertraject te formuleren.

Virtuele werelden

Second Life mag misschien een hype zijn, virtuele werelden zijn dat niet. Ik verwacht dat het internet op termijn driedimensioneel zal worden, waardoor de interactiemogelijkheden verder worden vergroot. Op middellange termijn zullen leeromgevingen in elk geval 3D worden. Second Life kan daarom beschouwd worden als het laboratorium voor de volgende generatie leeromgevingen. Samen leren binnen virtuele leeromgevingen zal daarom sterker lijken op samenwerkend leren binnen fysieke leersituaties, terwijl je tegelijkertijd handelingen kunt simuleren die in het ‘echt’ niet uitgevoerd kunnen worden (bijvoorbeeld een piramide nabouwen). Bovendien kun je in een 3D-omgeving communicatie-uitingen zoals gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal gebruiken, iets wat op dit moment vaak wordt gemist bij online communicatie.

Verbeterde mogelijkheden voor contentontwikkeling

Eén van de knelpunten uit de begintijd van e-learning was de beschikbaarheid van kwalitatief goede content. Het ontwikkelen van e-learning leerstof was vaak duur, en geavanceerde toepassingen (zoals video en simulaties) waren door een gebrekkige internetverbindingen ontoegankelijk.

Op dit gebied zijn grote stappen voorwaarts gezet. Vandaag de dag is het mogelijk om kwalitatief goede content in kortere tijd te produceren.

De laatste jaren is fors geïnvesteerd in het laagdrempeliger maken van videotechnologie. Videocamera’s zijn goedkoper en eenvoudiger in gebruik geworden. Bovendien is het gemakkelijker geworden om video’s te bewerken en via internettechnologie te distribueren. De videosite YouTube is daar een voorbeeld van, maar er zijn ook specifieke ‘YouTube’-achtige sites voor leerdoeleinden (zoals TeacherTube of LearnersTV.com). Tenslotte mogen ook serious games als content voor leren niet onvermeld blijven (Floris Vlasveld is hier al op ingegaan).

E-learning 2.0, informeel leren, mobile learning, open education, persoonlijke leeromgevingen, virtuele werelden, en verbeterde mogelijkheden voor contentontwikkeling: dat zijn volgens mij de zeven belangrijkste trends op het gebied van e-learning.

De kritische lezer zal het zijn opgevallen dat een aantal technologieën niet bij bovenstaande trends aan de orde zijn gekomen. Voorbeelden zijn cloud computing en microbloggen. Dat is bewust gebeurd. Ik betwijfel namelijk of cloud computing impact zal hebben op leren en opleiden. Microbloggen is binnen de e-learning wereld nog te marginaal aanwezig om een trend te kunnen zijn. Maar dit kan de komende jaren gaan veranderen. Dat geldt bijvoorbeeld ook het semantische web en augmented reality. Ook daarvan zal de nabije toekomst uitwijzen of het e-learning trends worden.

Deze bijdrage is gebaseerd op:

Wilfred Rubens houdt zich sinds eind 1995 bezig met het gebruik van internettechnologie binnen leersituaties. Hij is werkzaam als senior beleidsmedewerker bij Gilde Opleidingen, adviseur, redactielid e-learning.nl en ‘edublogger’ (www.wilfredrubens.com).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *