Betrokkenheid is voor mij niet alleen het grote kernwoord bij onderwijs, opleiding en opvoeding; het is ook de belangrijkste reden waarom je als opleider kiest voor serious gaming.
Aldus Martijn Wijngaards in een gedegen bijdrage over serious gaming en onderwijs.
Wijngaards gaat in deze blog post in op wanneer je serious gaming in zou moeten zetten (bijvoorbeeld als het onderwerp praktisch en complex is), op het verschil tussen een hardcore gamer en een casual gamer en op het GALC-principe waaraan volgens hem elke goede game moet voldoen:
- Gameplay (niet te complex zijn, intuïtief te gebruiken)
- Accessibility (toegankelijk voor iedereen)
- Level ups (werken met meerdere niveaus)
- Coop (spelers moeten op de game invloed uit kunnen oefenen)
De enige kanttekening die ik heb bij zijn bijdrage is dat hij nogal generaliserend over 'de jongeren' schrijft. Niet elke jongere is dol op gamen. En als je serious gaming héél vaak binnen leersituaties inzet, gaat het volgens mij zelfs de meest fanatieke spelletjesspeler vervelen.
Martijn Wijngaards is één van de nieuwelingen aan het 'Edublog-firmanent'. Woont zo te zien bij mij in de stad (kunnen we dadelijk een Nijmeegs edublogdiner organiseren). Ik zou hem gaan volgen als ik jullie was.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Oké. Doe ik.
Jouw artikel is een modelvoorbeeld van een ‘goede aanbeveling’. Tja. Het thema ‘solliciteren’ zit nog in mijn hoofd. In de community Nederlands hadden we het er zopas nog over.
Veel groetjes
van een ‘volgeling’-fan