In Some Factors to Consider When Designing Semi-Autonomous Learning Environments vraag Paul Bouchard zich af in hoeverre leeromgevingen, die sterk zijn voorgestructureerd (“mediated learning environments”) een stimulerende of belemmerende rol spelen bij het bevorderen van de autonomie van de lerende. Onderzoek laat zien dat de mate waarin een lerende autonoom is bij de vormgeving van zijn leren van invloed is op zijn motivatie, en op de leerprestaties. De mate van autonomie begint al bij de keuze om te leren, of niet. Andere aspecten waarbij de lerende autonoom kan zijn (of niet) zijn het bepalen van leerdoelen, de keuze om veel of minder tijd te besteden aan leren, en de keuze uit leeractiviteiten.
In zijn bijdrage verkent Bouchard diverse aspecten van learner control. Volgens hem zijn er dankzij de opkomst van nieuwe technologieën nieuwe elementen van autonomie bijgekomen (een semantisch element en een economisch element). Op pagina 4 van het artikel vat Bouchard de vier elementen visueel samen.
Op de vraag of een docent zich actief moet bemoeien met online interacties tussen lerenden binnen een leeromgeving, geeft het artikel geen eenduidig antwoord. Sommige onderwerpen lijken wel om een actieve inbreng te vragen, anderen weer niet. Ten aanzien van de structuur van de online cursus concludeert Bouchard onder meer:
Setting unalterable objectives, leaving all evaluation activities to the instructor, setting the same sequence of learning for all students independently of their individual needs or characteristics, all of the have detrimental effects on learner autonomy. In fact, this is the area where the most severe weaknesses were found in the designs we studied.
Opvallend is ook dat instituten vaak meer geld vragen voor een online cursus dan voor een face-to-face cursus en dat docenten de afwezigheid van fysieke bijeenkomsten proberen te compenseren door studenten te overladen met werk. Dit beïnvloedt de keuze van lerenden voor leren binnen een elektronische leeromgeving negatief.
Ten aanzien van functionaliteiten en technologieën stelt de auteur dat instituten (en docenten) vaak keuzes maken voor lerenden, terwijl de lerende eigenlijk eerst zou willen verkennen wat mogelijk is. Ook geeft hij aan:
There is a tendency to use technology and systems that are available, rather than those that are appropriate.
Bouchard geeft ook aan dat de verwachtingen, die lerenden hebben ten aanzien van de cursus, waarschijnlijk belangrijke invloed uitoefenen op de behoefte aan autonomie en tevredenheid met de cursus. Daar moet je vooraf dus helderheid over krijgen en geven. Ook vindt de auteur het onder meer belangrijk dat je werkt met duidelijke criteria en richtlijnen bij online discussies. Dit zou wel eens beter werken dan een docent die net zo actief participeert als een student (zou ‘moeten’).
De belangrijkste boodschap van dit paper is dat we bij de inrichting van een online cursus binnen een elektronische leeromgeving beter moeten nadenken over de elementen die van invloed zijn op de autonomie van de lerende. Bouchard’s paper is gebaseerd op een literatuurstudie en op een beperkt aantal interviews. Zijn bevindingen zouden wat mij betreft breder getoetst moeten worden.
Bouchard richt zich vooral op het leren van volwassenen (en ook volledig online). Toch is het ook voor jongeren belangrijk dat zij autonomie hebben bij de inrichting van hun leerproces. Het punt is wel dat jongeren bij het eerste, belangrijke, moment van autonomie (de keuze om wel of niet te leren) geen keuzevrijheid hebben. Hoewel begrijpelijk, is dit vanuit het oogpunt van autonomie een valse start. Dit betekent m.i. dat je jongeren daarna niet volledige autonomie kunt geen. Je zult er wel geleidelijk naar toe moeten werken, bijvoorbeeld door lerenden binnen een elektronische leeromgeving naar verloop van tijd meer vrijheid te geven. Want autonomie geven aan lerenden betekent volgens mij niet dat je hen aan hun lot over laat.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie