Een groep leerlingen is bezig met een project op het gebied van de gezondheidszorg. In het kader van dit project is aan de orde gekomen wat een hulpvraag is. Om te kijken of de leerlingen dit hebben begrepen, hebben zij van de docent als taak gekregen om voor de volgende bijeenkomst drie voorbeelden van hulpvragen te maken. Hoe gaat dat in de praktijk zonder ICT? En hoe kun je het proces versterken met ICT, zodat je meer rendement kunt halen uit de groepsbijeenkomst?
Zonder ICT
De docent inventariseert aan het begin van de bijeenkomst wie de hulpvragen heeft gemaakt. Twee van de zestien leerlingen blijken dat niet gedaan te hebben. De docent vraagt naar de redenen, en spreekt met de leerlingen af wanneer zij de vragen alsnog zullen maken en inleveren.
Vervolgens vraagt zij een leerling om haar hulpvragen op het whiteboard te schrijven. Met de groep kijkt zij naar de kwaliteit van de hulpvraag. Tijdens de bijeenkomst worden zo de hulpvragen van drie leerlingen besproken. Aan het eind vraagt de docent leerlingen om kenmerken van een hulpvraag op te noemen, en om nieuwe voorbeelden te geven van een hulpvraag.
Met ICT
De docent maakt in een elektronische leeromgeving (ELO) als Fronter of Moodle een taak aan. Leerlingen loggen elke dag in op de ELO en zien welke taken zij moeten maken, en wat de deadline is. De deadline van de ‘hulpvraag’-taak is twee dagen voor de groepsbijeenkomst. Als de leerlingen de hulpvragen hebben gemaakt, leveren zij die via de ELO in. De docent ziet in één oogopslag wie de taak al heeft ingeleverd.
Twee dagen voor de deadline krijgen leerlingen via de ELO automatisch een herinnering. Als de deadline is verstreken, ziet de docent dat twee leerlingen de hulpvragen niet hebben ingeleverd. Zij attendeert hen persoonlijk hierop, waarna één leerling alsnog de hulpvragen maakt en inlevert. Met de andere leerling maakt de docent hierover een aparte afspraak.
Vervolgens bekijkt de docent alle gemaakte opdrachten. Zij ziet dat zes leerlingen goede hulpvragen hebben gemaakt. Negen leerlingen formuleren vooral problemen, en geen wensen en verwachtingen (wel essentieel bij een hulpvraag). De docent zal daar tijdens de groepsbijeenkomst aandacht aan besteden. Tijdens de groepsbijeenkomst gebruikt zij het interactieve whiteboard om de goede hulpvragen te laten zien, en om aan te geven waarom dit goede hulpvragen zijn. Vervolgens laat zij leerlingen via internet en het interactieve whiteboard andere goede hulpvragen opzoeken. In een gezamenlijk document formuleren leerlingen vervolgens nieuwe hulpvragen (Fronter heeft daar bijvoorbeeld een mogelijkheid voor; maar dat kan ook in Google Docs).
Vervolgens heeft de docent tijd over om een onderwerp te introduceren.
Voordelen
- Veel leerlingen binnen het MBO hebben behoefte aan structuur. Op deze manier bied je structuur.
- De docent heeft snel inzicht in welke leerlingen de taak niet maken.
- Het werk van alle leerlingen krijgt aandacht.
- Je hebt meer gelegenheid om tijdens de groepsbijeenkomst aandacht te besteden aan de inhoud, en minder aan de organisatie van de taak. Daarmee vergroot je het rendement van de bijeenkomst.
Er zijn overigens meerdere mogelijkheden om dit proces met behulp van technologie te versterken. De docent had bijvoorbeeld ook gebruik kunnen maken van peer feedback zodat leerlingen volgens een rooster elkaar feedback kunnen geven op gemaakte vragen.
De docent kan bijvoorbeeld ook aan het eind van de bijeenkomst via digitale toetsvragen checken of of leerlingen weten wat kenmerken van een hulpvraag zijn. Ook kan de docent een wiki inzetten om hulpvragen te inventariseren, of leerlingen via een mindmap kenmerken van een hulpvraag laten benoemen.
Uiteraard is het ook mogelijk dat leerlingen de uitgewerkte taak naar de docent mailen. Via email houd je als docent echter veel lastiger overzicht. Ook kost het meer werk om herinneringen te sturen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie