Drive: wat motiveert mensen? (leestip!)

Wat motiveert mensen? Die vraag probeert Daniel Pink te beantwoorden in zijn boek: “Drive. The Surprising Truth About What Motivates Us”. Het antwoord op die vraag is onder meer relevant voor het onderwijs, voor innovatie, HRM en talentontwikkeling. Wat betreft opbouw als inhoud een origineel boek, dat ik de afgelopen weken met veel plezier heb gelezen. Een absolute aanrader!

Opbouw

“Drive” begint met drie inleidende hoofdstukken die illustreren dat we moeten gaan nadenken over andere manieren van motiveren. Deel twee van zijn boek bevat het theoretisch kader in drie delen. Zoals zo veel Amerikaanse bestseller auteurs illustreert Daniel Pink de theorie met veel praktijkvoorbeelden, zodat de theorie erg toegankelijk wordt. Deel drie vormt een gereedschapskist. Je vindt hierin onder meer tips om als individu je motivatie aan te wakkeren, tips voor organisaties om de prestaties van je bedrijf, afdeling of groep te verbeteren, en negen ideeën voor ouders en onderwijsgevenden. Deze ’toolkit’ bevat ook een lijstje met ‘goeroes’, een overzicht met aanbevolen boeken en een handige woordenlijst. Pink geeft hier ook maar liefst drie samenvattingen:

  • Voor twitter.
  • Om tijdens een borrel te vertellen.
  • Per hoofdstuk.

Handig en overzichtelijk. Zowel voor mensen die belangstelling hebben voor theoretische achtergronden, als voor meer praktisch ingestelde personen.

Inhoud

Volgens Daniel Pink stelt onze hedendaagse samenleving andere eisen aan de manier waarop mensen gemotiveerd kunnen worden. De wortel en de stok werken goed bij routinematig werk (Motivation 2.0). Dergelijk werk komt echter steeds minder vaak voor. Je ziet zelfs, schrijft Pink, dat “if-then” beloningen averrechts kunnen werken (denk aan de graaicultuur binnen bedrijven).


Volgens Pink hebben organisaties steeds meer “
Type I behaviour” nodig: gedrag dat vooral bepaald wordt door intrinsieke motivatie:


It is powered by our innate need to direct our own lives, to learn and create new things, and to do better by ourselves and our world. (p. 211).


Wij vertonen in onze vroege jaren dergelijk gedrag. Op school en tijdens het werk leren we dat helaas af. Gelukkig kunnen we het ook weer aanleren.


Daarvoor verbindt Pink
motivatieonderzoek van Deci en Ryan met het onderzoek van Csikszentmihalyi naar flow. Drie elementen zijn dan essentieel om “motivatie 3.0” te stimuleren:

  • Autonomie. Mensen zouden autonomie moeten hebben ten aanzien van hun taak, tijd, groep en hoe zij hun werk kunnen uitvoeren. Pink geeft ook voorbeelden van medewerkers die minder invloed hebben op de groep waarmee zij werken, maar wel veel autonomie hebben ten aanzien van de uitvoering van hun werk. Een concreet voorbeeld zijn de “FedEx Days“: medewerkers werken één dag aan de oplossing van een probleem dat zij zelf mogen kiezen. Na 24 uur presenteren zij de resultaten van hun werk aan collega’s (vandaar ook de naam).
  • Meesterschap. Betrokkenheid is van groot belang voor “motivatie 3.0”. En betrokkenheid bereik je pas met meesterschap. Daarbij is het van belang dat het werk dat je moet uitvoeren past bij je talenten. Volgens Pink is meesterschap een ‘mindset’: het is altijd voor verbetering vatbaar, je kunt meesterschap in feite nooit bereiken. Maar daardoor blijft het streven er naar, stimuleren.
  • Doel. Je laat je leiden door een doel, dat belangrijker is dan winst. Doelmaximalisatie vormt dan het “guiding principle“. Dit doel is vaak in een kernzin samen te vatten.


Hoe werkt dat bijvoorbeeld voor het onderwijs? Eén van de voorbeelden, die Pink geeft, heeft te maken met huiswerk dat hij liever ‘thuis leren‘ noemt. Je kunt je daarbij als docent bijvoorbeeld afvragen of je leerlingen voldoende autonomie geeft over hoe en wanneer zij de taak uitvoeren. Daarnaast kun je je als docent afvragen of de taak meesterschap bevordert doordat leerlingen moeten werken aan een nieuwe, motiverende taak of dat de taak gericht is op het herformuleren van iets wat al tijdens de les aan de orde is gekomen.


Pink slaat wat mij betreft de spijker op zijn kop met zijn pleidooi voor meer “Type I” gedrag en een groter beroep op zelf-motivatie door meer autonomie, meesterschap en doelgerichtheid. Dit past ook naadloos bij de
kritiek op de wijze waarop het onderwijs leerprestaties beoordeeld. Het onderwijssysteem is helaas gestoeld op gestold wantrouwen. De overheid wantrouwt de schoolleiding, de schoolleiding wantrouwt onderwijsgevenden, en onderwijsgevenden wantrouwen leerlingen. Daniel Pink’s benadering biedt handvatten om dat te doorbreken. Daarbij weet hij oude theorieën zodanig te verbinden en te relateren aan moderne praktijkvoorbeelden dat nieuwe inzichten ontstaan. Pink zegt daar zelf over:


It’s just taken us a generation to reckon with it. (p 73)

Het boek: “Drive. The Surprising Truth About What Motivates Us” is samen met The Element van Ken Robinson en Disruptive Class van Clayton Christensen cs het meest inspirerende boek dat ik de laatste jaren heb gelezen.


Bekijk ook de TED-toespraak van Daniel Pink over motivatie:


Zie ook:
Wat motiveert ons?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Bedankt voor deze samenvatting, en het attenderen op deze super interessante TED van Pink.
    Klinkt allemaal zo logisch, maar als ik het afspiegel tegen de onderwijspraktijk:
    Zie je dat we wel in projecten werken maar dat de leerlingen hier niet of nauwelijks voor te motiveren zijn…geen eigenaarschap (autonomy). Daarom werken onze college company’s/mini-ondernemingen wel goed.
    Hoe kunnen we hier onderwijs van maken? Beter koppelen aan een POP/PAP.
    Genoeg uitdagingen!
    Bedankt voor deze motiverende blog.

  2. @Hester van de Vorst: graag gedaan. Dank voor je voorbeelden. Goede suggestie, ook. Dan wordt een POP en PAP ook betekenisvol.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *