Onderzoekers van de Britse Open Universiteit hebben een rapport geschreven waarin zij eigen onderzoek naar massive open online courses samenvatten, en 58 aanbevelingen formuleren. Deze aanbevelingen zijn wat mij betreft voor een groot deel ook relevant voor online en ‘blended’ leren in het algemeen.
Willem van Valkenburg heeft al samengevat wat de belangrijkste aspecten in het rapport zijn. Ik wil wat uitgebreider stil staan bij twee onderwerpen in dit rapport:
- MOOCs en didactiek
- MOOCs en het voorkomen van uitval en motivatie
Over didactiek en MOOCs heeft de Britse OU de afgelopen jaren zeven rapporten geschreven. Deze rapporten bevatten zeventien aanbevelingen over didactiek. Deze aanbevelingen hebben te maken met strategie, zoals het pleidooi voor een actieve rol in het ontwikkelen en accrediteren van ‘learning journeys’ als onderdeel van het strategisch beleid van de OU, maar uiteraard ook met ‘learning design’ van MOOCs. Zo zou bij het learning design van MOOCs rekening gehouden moeten worden met punten waarbij lerenden behoefte hebben aan ondersteuning. Dat betekent dat lerenden de gelegenheid moeten hebben om vragen te stellen, zorgen te kunnen uiten en om hulp kunnen vragen. Ook zouden lerenden gemotiveerd moeten worden om anderen te helpen.
Learning analytics zou binnen learning design gebruikt moeten worden om probleemgebieden en motivatie ‘interventies’ te identificeren zodat uitval kan worden voorkomen en de impact van verschillende modellen voor ondersteuning kan worden benut. Verder wordt het belang van interactie benadrukt voor kennisdeling tussen docenten
to share possibilities for creating or accessing resources that are not available when working at a smaller scale, and to build on success.
Interactie tussen lerenden, met docenten en met materialen, gestructureerde taken, motiverende video’s en live uitzendingen worden beschouwd als belangrijke onderdelen van een effectieve didactiek. Verder pleit men voor zorgvuldig ontworpen beoordelingen (met constructieve feedback, feedforward en de erkenning van prestaties) en ondersteuning voor degenen die dit nodig hebben.
De zeventien aanbevelingen onderstrepen m.i. dat je er niet bent met een zorgvuldig ontwerp van MOOCs, maar dat je ook tijdens het verloop van de cursus moet investeren in ondersteuning en begeleiding.
Als het gaat om het voorkomen van uitval en motivatie, hebben de OU-onderzoekers in zestien rapporten ondermeer gekeken wat ‘completion rates’ bij MOOCs eigenlijk zijn, en hoe je ze kunt meten. Zij hebben ook onderzoek gedaan naar de relatie tussen didactiek, ‘learning design’ en patronen van ‘engagement’. Verder is onderzoek gedaan naar hoe lerenden gemotiveerd kunnen worden, en hoe je lerenden kunt ondersteunen in het reguleren van hun eigen leren.
Dit leidt tot twaalf aanbevelingen, onder meer op het gebied van de lengte en opbouw van MOOCs (zoals korte doorlooptijd, modulaire opbouw, goede begeleiding, previews geven van het materiaal, laatkomers vragen zich later te registreren, enzovoorts). Ook zouden degenen die voor het eerst deelnemen aan een connectivistische MOOC, eerst geïntroduceerd moeten worden in deze voor hen nieuwe manier van leren (of gekoppeld moeten worden aan een meer ervaren deelnemer die als mentor kan fungeren). Het verkorten van een cursus leidt overigens niet vanzelf tot meer engagement en ‘course completion’.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie