Adviseur Wilfred Rubens over de voor- en nadelen
E-learning: iets voor uw bedrijf?
Geen hoge reiskosten voor bijscholing van personeel, maar gewoon leren achter de computer. De werknemer kan zelf bepalen wanneer, waar en in welk tempo hij of zij zijn kennis wil vergroten. E-learning, leren met behulp van Internettechnologie, is in opkomst. Wilfred Rubens , werkzaam als adviseur bij het Expertisecentrum ICT in het onderwijs aan de Universiteit Utrecht, schetst de (on)mogelijkheden van e-learning voor het bedrijfsleven.
In
hoeverre breekt het fenomeen e-learning door in Nederland?
“Bedrijven maken langzamerhand steeds meer
gebruik van e-learning-toepassingen. Je ziet ook dat veel
brancheorganisaties in bijvoorbeeld het bankwezen, de apothekersbranche
en de horecabranche, kiezen voor kennisdeling via ICT-oplossingen. Een
paar jaar geleden hadden vooral grote ondernemingen als ING, Shell en
Heineken hoge verwachtingen van e-learning. Het zou regulier opleiden
kunnen vervangen, tegen lagere kosten. Na verloop van tijd merkten zij
echter dat alleen leren achter de computer best lastig is en dat de
invoering ingewikkeld en niet altijd kostenbesparend is. De
‘e' van e-learning werd ook wel gekscherend de ‘e'
van eenzaamheid genoemd. Nu zie je dat bedrijven zich herbezinnen op de
toegevoegde waarde van e-learning.”
Wat
zijn de belangrijkste voordelen van e-learning?
“De toegang tot de leerstof is verruimd tot 24
uur en zeven dagen per week. Werknemers hebben toegang tot
trainingsmogelijkheden waar en wanneer ze maar willen, thuis of op het
werk. Het leermateriaal kan gemakkelijk in ‘brokjes' worden
verdeeld, waardoor de cursist de stof beter naar eigen behoefte kan
opnemen.
Daarnaast brengt e-learning schaalvoordelen met zich mee:
één trainer kan veel meer cursisten bereiken dan
voorheen. Bovendien hoeven de trainer en cursisten niet meer bij elkaar
gebracht te worden in één ruimte. Trainers kunnen
het cursusmateriaal makkelijk up-to-date houden door in een handomdraai
voor een geheel netwerk een aanpassing te doen, waardoor de werknemers
toegang hebben tot de meest actuele informatie.
Een minder vaak genoemd voordeel, maar naar mijn idee wel een
belangrijke winst, is het feit dat het mogelijk is met ICT een rijkere
leeromgeving te maken. Een voorbeeld: op de faculteit Diergeneeskunde
kunnen studenten dankzij videoconferencing communiceren met experts in
Rome, die ze zonder ICT nooit zouden spreken. Tenzij de studenten naar
Rome overvliegen, wat erg kostbaar is.
Zijn
er nog meer voordelen?
Ook een groot voordeel voor bedrijven is dat medewerkers
op verschillende locaties gemakkelijker kunnen werken aan een
gezamenlijk nieuw product. Leren en werken vinden geïntegreerd
plaats. Je kunt een rapport via ICT toegankelijk maken, zodat iedereen
het kan aanpassen en commentaar kan toevoegen. Ik merk dat mensen op
deze manier dieper nadenken over het geven van commentaar en dat deze
vaak van een hogere kwaliteit is dan wanneer men mondeling een primaire
reactie geeft. Cursisten kunnen ook competentiegericht leren. Ze doen
eerst een test om te zien welke competenties ze kunnen verbeteren en op
basis daarvan kan de e-learning cursus starten.
Een laatste voordeel van e-learning is dat bedrijven het kunnen
inzetten voor klantenbinding. Bijvoorbeeld bij relatief ingewikkelde
producten als een elektronische agenda kunnen klanten een cursus via
internet doen om de functionaliteit van het apparaat te leren
gebruiken.”
Wat
zijn de belangrijkste nadelen?
“E-learning doet een fors beroep op de
werkdiscipline van de cursist. Met andere woorden, het vraagt een hoge
inzet en een goede motivatie. Ook behoort een cursist te beschikken
over ICT-vaardigheden. Dit betekent dat hij in ieder geval goed overweg
moet kunnen met internet. Bovendien vergt e-learning hoge investeringen
in hard- en software. Goede online leerstof is duur. Wanneer een
bedrijf met e-learning een specifiek probleem wil oplossen, waarvoor
zij een maatwerk toepassing nodig heeft, dan hangt daar een flink
prijskaartje aan.
Overigens is de techniek die binnen e-learning programma's wordt
gebruikt nog niet gestandaardiseerd, waardoor het niet altijd mogelijk
is om de programma's te gebruiken op een simpele pc. Een ander minpunt
is dat de bandbreedte van het internet momenteel op veel plekken te
beperkt is om rijke content als videofilmpjes in een redelijk
tijdsbestek te gebruiken.”
Hoe
kan een ondernemer erachter komen of e-learning voor zijn bedrijf
geschikt is?
"Voor de invoering van e-learning is het ontwikkelen van
een strategie noodzakelijk. Dat houdt in dat een organisatie nadenkt
over haar ambities op gebied van e-learning, gekoppeld aan de
bedrijfsdoelstellingen. Het is belangrijk om vooraf de aanschaf van
dure ICT applicaties te onderzoeken, alsook of de medewerkers
daadwerkelijk gebruik zullen maken van de aangeboden e-learning
applicaties. Het principe ‘One size fits all' gaat niet op.
Wat goed is voor de ene organisatie, kan voor een andere organisatie
helemaal niet werken. Er moet gekeken worden of en voor welke vorm van
e-learning een organisatie klaar is, welke vorm past bij de richting
die de organisatie op wil gaan met e-learning en welke vorm haalbaar
is, gelet op de verwachte investeringen en opbrengsten. Ook de
randvoorwaarden zijn belangrijk. Als de e-learning doelgroep in een
bedrijf weinig ICT-vaardig is, dan heeft het invoeren van e-learning
weinig zin. Ook moeten zowel de gebruikers als de directie open staan
voor e-learning. Een bedrijfscultuur waarin leren en zelfontwikkeling
belangrijk zijn, is een absolute voorwaarde maar geen garantie voor
succes. Ook afstemming tussen de afdeling die zich bezighoudt met
opleidingen in het bedrijf en de ICT-afdeling is een
voorwaarde.”
Waarom
is afstemming tussen die twee afdelingen zo belangrijk?
“Beide partijen zijn verantwoordelijk voor een
succesvolle implementatie van e-learning. De samenwerking tussen ICT en
de afdeling die zich bezighoudt met opleidingen is in veel organisaties
niet optimaal. Er is te veel afstand en te veel verschil in inzicht. Ik
noem het ook wel een Chinese muur die deze twee scheidt. De gebruikers
hebben vaak bepaalde wensen, waar de ICT-afdeling het niet mee eens is,
vanwege beveiliging tegen virussen of de belasting van de ruimte op de
server. Dan ontstaat het welles-nietesspelletje. Een oplossing kan zijn
het invoeren van een structureel overleg tussen de medewerkers die
verantwoordelijk zijn voor de technische infrastructuur en medewerkers
die verantwoordelijk zijn voor de opleidingen. Daarbij is het handig om
één medewerker aan te wijzen als tussenpersoon
die fungeert als spin in het web.”
Is
e-learning ook geschikt voor kleinere bedrijven?
“Zeker bij kleine bedrijven in het midden- en klein bedrijf
is de technische structuur soms een beperking. Deze organisaties
beschikken vaak over onvoldoende hardware om e-learning oplossingen in
te voeren. Wat ze wel kunnen doen, is gebruik maken van bedrijven die
al e-learning omgevingen aanbieden, waardoor zij alleen toegang tot
internet nodig hebben om gebruik te maken van e-learning.”
Hoe
kan een bedrijf e-learning integreren in zijn bedrijfsprocessen?
“Het is essentieel dat de directie het belang
van e-learning uitstraalt, onder meer door faciliteiten ter beschikking
te stellen en zelf het goede voorbeeld te geven. Een directie kan
bijvoorbeeld toestemming geven voor e-learning onder werktijd. Ook is
het belonen van e-learning van belang. Bovendien is het belangrijk niet
alleen te zeggen dat je aan e-learning doet, er moet ook daadwerkelijk
iets gebeuren.”
Uit
welke opleidingskundige elementen bestaat een goede e-learning cursus?
“Een onmisbaar onderdeel is kwalitatief goed cursusmateriaal.
Daarnaast is samenwerking met mede-cursisten belangrijk. Een derde
element is een expert op het vakgebied van de betreffende opleiding. De
expert is vaak een ervaren collega die vakinhoudelijke vragen kan
beantwoorden. Een vierde element is de aanwezigheid van een coach.
E-learning vereist namelijk een andersoortige begeleiding. Het succes
van virtuele leeromgevingen staat of valt bij de begeleiding van de
mensen die ermee moeten werken. De coach volgt de vorderingen, geeft
tips, stimuleert en helpt ook problemen op te tossen die het leren
belemmeren.”
Kan
e-learning het reguliere opleiden vervangen?
“Veel mensen antwoorden te absoluut
‘nee' op deze vraag. Naar mijn mening kan e-learning het
reguliere opleiden nooit helemaal vervangen, maar is een combinatie met
‘face-to-face' leren heel goed mogelijk. Dat heet in de
literatuur ‘blended learning'. Veel cursisten hebben behoefte
aan persoonlijk contact. Ook kunnen bepaalde vaardigheden beter
‘face-to-face' worden geoefend. ”
Dit interview is verschenen in CB Nieuws, huisorgaan van Centraal Beheer Achmea, jaargang 29, nr. 5, december 2003.